Het Openbaar Ministerie heeft 16 jaar onvoorwaardelijke celstraf geëist tegen de 30-jarige Benaouf A. Volgens het OM staat vast dat A. het brein achter de liquidatie op Najeb Bouhbouh is.
Bouhbouh werd op 18 oktober 2012 in Antwerpen doodgeschoten. Die liquidatie wordt gezien als de eerste in een reeks van dodelijke afrekeningen die sindsdien de Amsterdamse onderwereld teisteren. De schietpartij in de Staatsliedenbuurt wordt gezien als een vergelding voor de moord op Bouhbouh.
De veronderstelde leider van het kamp van Bouhbouh, Gwenette Martha, werd in mei van dit jaar in Amstelveen met tientallen kogels geëlimineerd. De moord op Bouhbouh is zorgvuldig gepland, meent justitie. Het slachtoffer werd naar een hotel in Antwerpen gelokt, om daar na het verlaten van het pand te worden doodgeschoten.
A.'s handlanger Chris Bouman had daar met Bouhbouh afgesproken. De politie arresteerde Bouman als verdachte; hij pleegde in augustus 2013 zelfmoord in zijn cel. A. ontkent dat hij iets met de moord op Najeb Bouhbouh te maken heeft.
Voor de bewijsvoering leunt het OM zwaar op een reconstructie van de gangen van de mobiele telefoons van A., Bouman en de vermoedelijke schutters. Deze communiceerden in elk geval op de dag van de moord koortsachtig met elkaar.
Uit de telefoon van Bouman wist de recherche een veelzeggend sms'je van Bouman aan A. op te diepen, verzonden vlak vóór de moord: 'We komen er nu aan.' Ook volgde justitie het spoor van de BMW die A. ten tijde van de moord zou hebben gebruikt.
Officier van Justitie: 'moord was een van de eerste in conflict dat nog niet ten einde is' #mocromaffia
— Marijn Schrijver (@schrijver) 12 november 2014De zaak tegen A. is de eerste in die reeks waarin het tot een strafeis van justitie is gekomen.