Start van hoofdcontent

Stad

nl

Amsterdamse verzetshelden krijgen na 70 jaar een gezicht

1 januari 1900, 00.19 uur · Aangepast 16 april 2015, 17.15 uur

De verzetshelden van Groep 2000, onder leiding van Jacoba van Tongeren, bleven altijd vrijwel onbekend. Vandaag verschijnt -70 jaar na de Tweede Wereldoorlog- een boek met hun verhaal.

Inmiddels leven alle 140 leden, die samen zo'n 4500 onderduikers in de stad hielpen, niet meer. Het boek 'Jacoba van Tongeren en de onbekende verzetshelden van de Groep 2000 (1940-1945)', wordt zaterdagmiddag door Job Cohen, voorzitter van het Amsterdams 4 en 5 mei comité, overhandigd aan burgemeester Eberhard van der Laan. Bij de presentatie in debatcentrum de Rode Hoed zijn meer dan tweehonderd familieleden van de verzetsstrijders aanwezig. Van hen hebben velen pas door het boek ontdekt dat hun vader, moeder, opa of oma actief was in het verzet.

Het boek, dat Jacoba's neef Paul van Tongeren schreef met Trudy Admiraal, is gebaseerd op de handgeschreven memoires van de verzetsvrouw. Zij richtte de groep op en gaf er vijf jaar lang leiding aan. Van Tongeren stond ook wel bekend als de 'bonnenkoningin', omdat zij onder haar kleding een speciaal vest droeg waarin zij duizenden bonnen kon smokkelen. De leden waren niet bekend onder hun naam, maar hadden allemaal een nummer. Het nummer van de oprichtster was 2000. Ook de onderduikers en onderduikadressen kregen een speciale code en nummer, die de Duitsers niet hebben achterhaald. Daardoor konden de leden de onderduikers voorzien van voedselbonnen en valse persoonsbewijzen.

De onbekendheid van de Groep 2000 komt mede doordat de leden elkaar niet kenden. Ook kampte Van Tongeren na de oorlog met gezondheidsproblemen, waardoor de groep niet in de publiciteit kwam. In haar memoires beschrijft ze hoe de groep was georganiseerd en hoe ze samenwerkten met andere verzetsorganisaties. Ze presenteerde zichzelf hierbij niet als verzetsstrijdster, schrijft NIOD-directeur Marjan Schwegman in het voorwoord. Van Tongeren hamerde erop dat zij de opdracht had om als maatschappelijk werkster bij de Bijzondere Kerkelijke Gezinszorg zoveel mogelijk mensen in nood te helpen.

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed / Gerard Dukker