Start van hoofdcontent

Stad

nl

[Video] Nieuw boek geeft unieke inkijk in Amsterdamse penoze

1 januari 1900, 00.19 uur · Aangepast 26 mei 2015, 23.52 uur

De tijd dat problemen met vuisten werden opgelost in plaats van met een AK 47. En de tijd dat de Zeedijk en de Wallen nog het epicentrum waren van de Amsterdamse onderwereld. Gerhardt Mulder schreef een boek over penoze als Frits van de Wereld, Haring Arie en Manus Olie. Zij maakten toen de dienst uit op straat, toen de criminaliteit een stuk onschuldiger was dan nu.

'Oplichters, insluipers, vechtersbazen, mannen die hun geld verdienden op een oneerlijke manier, maar die hooguit de vuisten gebruikten of een mes. Ze trokken nooit een wapen, nooit sneuvelden mensen daarbij', zo omschrijft Mulder de penoze.

Toch waren het criminelen, en was het vanzelfsprekend niet leuk als ze net bij jou thuis inbraken. Maar ze deelden hun opbrengsten vaak. En bij het grote publiek werden ze, met hun bijnamen en stoere gedrag, een soort volkshelden.

'Als Gerrit de Stotteraar of Manus Olie wat uithaalden, dan smulden de mensen. Dan zaten ze voor de radio 's avonds te luisteren wat ze wel niet hadden uitgehaald. Er waren ook vaak hilarische dingen wat ze deden. Ze braken uit, zeker Manus Olie, die was ook een womanizer. Die had allerlei vriendinnen.'

Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig ongeveer was de penoze-tijd wel zo'n beetje voorbij. 'De laatste penoze was wel zo'n beetje Frits van de Wereld. Toen werd er al wat geschoten, maar sneuvelden er nog geen mensen. Daarna, toen Balletje Balletje zijn opgang deed, toen kwam de harde criminaliteit in Amsterdam.'