Start van hoofdcontent

Stad

nl

Aboutaleb: 'Meer rijkstaken en geld naar metropool als Amsterdam'

1 januari 1900, 00.19 uur · Aangepast 1 september 2015, 23.55 uur · Foto: Get-Shot Photography

Stedelijke regio’s, zoals Amsterdam, Rotterdam-Den Haag en de regio Eindhoven zouden veel meer taken en de daarbij behorende budgetten van het Rijk moeten krijgen om te kunnen blijven concurreren op de wereldmarkt. Dat stelt burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam dinsdag in de zevende H. J. Schoo-lezing (oud-hoofdredacteur van Elsevier), die hij uitsprak in de Rode Hoed.

In de lezing geeft de burgemeester zijn visie op de toekomst van Nederland, waarin steden en gemeenten het veel meer voor het zeggen krijgen. Met nationale en internationale voorbeelden onderbouwt hij zijn kijk op de verandering die volgens hem moet worden ingezet. 'Ik roep de regering en parlement op de ontwikkeling van metropoolregio's in woord en daad met kracht te ondersteunen, voor onze welvaart en in het landsbelang.'

De creativiteit en economische kracht zit wat hem betreft in de stedelijke regio's. Daar komt bij dat er ook op straatniveau veel meer wordt ingespeeld op wensen van burgers. Volgens Aboutaleb zijn de steden en stedelijke regio’s nog te veel een uitvoeringskantoor van het rijksbeleid: 'De bestuurlijke structuur van Nederland is een piramide, met bovenin het Rijk en onderin de lokale overheden, Mijn voorstel is om die piramide om te keren, met bovenin de lokale overheid met gemeenten en vooral de steden van de toekomst.'

Investeren in steden
Hij vindt dat landelijke discussies over lokale zaken op landelijk niveau veel te veel blijven steken in een ideologische strijd. 'Die stagneert en verlamt - denk aan duurzame energie en woningisolatie -, maar ook het coffeeshopbeleid.' Aboutaleb ziet veel betere kansen als deze thema's aan de lokale overheden worden overgelaten, omdat daar de ervaringsdeskundigen zitten.

Ook Europa vraagt hij om meer in steden te investeren. 'Om de internationale concurrentie aan te kunnen, moeten we nieuwe allianties smeden en daarbij mag het bestuurlijk korset niet te strak zitten. Niet te ideologisch denken, maar praktisch. Doen wat nodig is. Geen bestuurslagen in stand houden, omdat we er zo aan gehecht zijn. Als we in grotere economische eenheden moeten denken, moeten we dat doen.'