Amsterdam heeft komend jaar te kampen met een gat van 25 miljoen euro in de bijstandsbegroting. Door een nieuwe rekenmethode van het rijk wordt het geld anders verdeeld over gemeenten.
Tot 2014 konden gemeenten de uitgaven aan de bijstand ongelimiteerd terugkrijgen. Tegenwoordig krijgen ze het geld voor een belangrijk deel op basis van hoe de gemeente er op sociaal-economisch gebied voorstaat. Die berekening wordt gemaakt volgens een ingewikkelde methode waarin opleiding, leeftijd van de bevolking, maar ook het aantal arbeidsgehandicapten en huurwoningen meetellen, schrijft de Volkskrant.
Critici zeggen dat de methode onvoldoende is uitgewerkt. Zo kunnen gemeenten met veel niet-westerse allochtonen, zoals Amsterdam, er flink bij inschieten. 'Het is een loterij geworden', stelt René Paats, voorzitter van Divosa, de koepelorganisatie van sociale diensten. 'Het ene jaar ga je er miljoenen op vooruit, het andere jaar miljoenen op achteruit omdat de criteria zijn veranderd. Het is onverantwoord om op deze manier door te gaan.'
SP-wethouder Arjan Vliegenthart noemt de korting van 25 miljoen 'een boze verrassing'. 'Amsterdam is een stad met veel kwetsbare inwoners die er juist goed in geslaagd is meer mensen vanuit de bijstand aan werk te helpen. Dan verwacht je dit soort kortingen niet. Ik weet nog niet hoe we dit moeten opvangen.'