De negentienjarige Semih K., die volgens justitie betrokken is bij de Tjeukemeermoord, hoort vandaag of de rechtbank het daarmee eens is, en welke straf hij daar dan voor krijgt. De aanklager heeft een gevangenisstraf van acht jaar tegen hem geëist.
De zaak draait om de 35-jarige Omar Kourrich, wiens verbrande lichaam werd gevonden bij het Friese Tjeukemeer op 20 juni 2013. Hij werd naar alle waarschijnlijkheid vermoord in een winkel in Amsterdam, mogelijk naar aanleiding van een conflict over drugs. Volgens de aanklager hebben K. en zijn vader de moord gepleegd. Die laatste overleed vorig jaar tijdens zijn voorarrest in de cel. Hij stierf een natuurlijke dood.
K. heeft in een verklaring zijn vader (de eigenaar van de winkel) en een 28-jarige man uit Roemenië als daders aangewezen. Tegen deze man, Marian H., is zes jaar cel geëist. Hij heeft volgens de aanklager toegekeken hoe de 35-jarige Omar Kourrich 'langzaam maar zeker de dood werd ingedreven'.
Tegen Hendrik van der H., die zou hebben geholpen om het lichaam van Kourrich te laten verdwijnen, is twee jaar cel geëist.