Start van hoofdcontent

Stad

nl

Zorgen om mogelijke fusie Dierenambulance

1 januari 1900, 00.19 uur · Aangepast 13 januari 2016, 21.27 uur

Medewerkers van de Dierenambulance maken zich grote zorgen over een op handen zijnde fusie tussen de Dierenambulance en het Dierenopvangcentrum Amsterdam.

Lees ook: Dierenambulance nog altijd in zwaar weer: 'Het dreigt kritiek te worden'

De Dierenambulance verkeert al jaren in financiële problemen en bij het Dierenopvangcentrum klotst het geld ook niet bepaald tegen de plinten. Een fusie zou weleens de oplossing kunnen zijn. Maar onder medewerkers van de dierenambulance is grote onrust ontstaan over een deel van dat plan: een verhuizing naar Nieuw-West.

Huidige pand ligt centraal
'De locatie is alles bij ons', zegt Dirk van den Bijlaard, vrijwilliger bij de Dierenambulance Amsterdam. Hij legt uit: 'Ons pand ligt centraal, zo zijn we overal snel aanwezig. Als we moeten verhuizen naar de Dierenopvangcentrum, dan zitten we aan de rand. Dan duurt het 10 minuten voor we bij de ring zijn. Helemaal met dat drukke verkeer daar. De hulp aan dieren gaat wel vertraging opleveren.'

Lees ook: Dierenambulance Amsterdam vreest faillissement

Ook de Partij voor de Dieren maakt zich zorgen over de mogelijke verhuizing. 'De Dierenambulance draait 24 uur per dag. Ze moeten altijd aanwezig zijn als er een dier in nood is. Als de locatie zich verplaatst naar de rand van de stad, kan dat er toe leiden dat minder dieren geholpen worden', zegt duoraadslid Anke Bakker.

'Nog geen definitief besluit'
Interim-directeur Erik Koldenhof van de Dierenambulance wil in een reactie nog niet veel kwijt over de fusiegesprekken of de zorgen van zijn personeel: 'We zijn nog midden in een periode van onderzoek en zolang er geen definitief besluit is genomen, gaan we daar geen uitspraken over doen.'

Lees ook: GroenLinks wil geld uit noodfonds voor dierenambulance

De stemming onder het personeel van de Dierenambulance zou niet best zijn. 'Je wil dieren helpen, daarom werk je daar. Als het betekent dat je niet meer op tijd kan zijn, dat dieren die gewond zijn langer moeten wachten. Dat wil je niet, daar wil je niet aan meewerken', aldus Dirk van den Bijlaard.