De stoffelijke resten van een Braziliaanse man die in 2003 in Amsterdam een einde aan zijn leven maakte, gaan na bijna dertien jaar naar zijn familie in zijn vaderland.
Jarenlang was onbekend wie de man was die op 6 november 2003 voor een rijdende metro sprong. Pas vorig jaar kwam de politie erachter wie hij was. Hij heette Beltessazar, was twintig jaar toen hij zelfmoord pleegde, een dag voor zijn verjaardag.
De Braziliaan, zo bleek later, was gestrand in Amsterdam nadat hij was beroofd van zijn paspoort en geld. Juist door dit gebrek aan persoonlijke bezittingen, was het vrijwel onmogelijk zijn identiteit te achterhalen. Bovendien was hij door het ongeluk onherkenbaar verminkt. De man kreeg een anoniem graf.
Vorig jaar kwam er een doorbraak in de zaak van Beltessazar. Vanuit Brazilië was een verzoek om informatie gekomen over een sinds 2003 vermiste jongeman wiens laatste verblijfplaats Amsterdam zou zijn geweest. De link was snel gelegd. De familie stuurde een identiteitsbewijs met daarop een vingerafdruk van hun zoon. Vergelijking gaf een match met de anonieme dode.
Woensdag zijn de resten opgegraven en gecremeerd. De urn gaat over enkele dagen naar Brazilië.