Stad
Kinderombudsman uit kritiek op uithuiszetting van gezinnen: 'Kinderen zijn de dupe'
Vorig jaar zijn er 217 Amsterdamse gezinnen uit huis gezet. Daar zijn ook kinderen flink de dupe van. Wat voor veel gezinnen rest, is de noodopvang, en dan zit je vaak met z'n allen op één kamer. De kinderombudsman trekt daarom aan de bel en was vandaag aanwezig bij de commissie Wonen van de gemeenteraad.
Eén van de belangrijke kritiekpunten van de Ombudsman is het beleid omtrend noodbedden: 'Het is niet zo dat je al drie weken van tevoren, als je weet dat je ontruimd gaat worden, dat noodbed kan regelen. Dat kan alleen op de allerlaatste dag.' Vaak wordt er bij dit soort probleemgezinnen veel te laat ingegrepen, omdat er onvoldoende zicht op is.
Meerdere problemen
Ook is het lastig dat veel gemeente-afdelingen hierbij langs elkaar heen werken waardoor gezinnen in de kluwen van regelgeving terecht komen. De ombudsman vindt dat die processen naast elkaar en gelijktijdig moeten lopen: 'Wat wij heel veel tegenkomen zijn de gezinnen waar meerdere problemen spelen. Als je bijvoorbeeld schulden hebt en je raakt je huis kwijt door die schulden, moeten eerst die schulden opgelost worden voordat je in aanmerking komt voor een huis.'
'Dan moet die woning er zijn'
Het pleidooi van de Kinderombudsman was niet aan dovemansoren gericht. De wethouder Wonen zegt nu te gaan nadenken over meer maatwerk voor dit soort gezinnen zonder woning: 'De grote vraag is, hoe kunnen we zorgen dat de regels strak zijn, maar uiteindelijk in de uitwerking de menselijke maat gehanteerd wordt. Is er echt snel die woning nodig, dan moet die woning er zijn.'