Een 48-jarige man uit Servië krijgt drie jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk, omdat hij in 2004 een bom in bezit had waar een aanslag mee zou worden gepleegd.
De Serviër was dit van plan met inmiddels veroordeelde mededaders, meldt de rechtbank vandaag.
De politie kwam de man en de mededaders op het spoor in 2004. toen hun telefoons afgetapt werden. Hierbij ontstond het vermoeden dat zij een bom in bezit hadden. Het signaal leidde naar een woning in Buitenveldert. Daar werd een explosief en een ontsteker van een omgebouwde telefoon gevonden. Het doelwit was vermoedelijk een garagehouder in Rotterdam. De foto en plattegronden van de garage werden tevens in de woning aangetroffen.
De veroordeelde Serviër speelde een belangrijke rol bij het aannemen van de opdracht en het voorbereiden van de aanslag. Hierbij werkte hij nauw samen met in elk geval twee andere mannen. Het explosief bevatte twee pakketten met 500 gram springstof. Hierbij staat vast dat slechts 100 gram springstof voldoende is om een auto te laten ontploffen.
Zie ook: Servische bommenlegger gepakt na 12 jaar lange vlucht
Uitspraak
De rechtbank acht bewezen dat de bom levensgevaarlijk is en een enorme explosie zou hebben aangericht als het tot ontploffing was gekomen.
De 48-jarige man had geen strafblad en kon pas in 2016 in Hongarije worden aangehouden voor de strafbare feiten uit 2004. De rechtbank heeft conform de eis van de officier van justitie rekening gehouden met de lange tijd die sinds het begaan van de strafbare feiten is verstreken.