Start van hoofdcontent

Politiek

nl

Partijen zijn het eens: woningmarkt verdient alle aandacht, maar hoe?

13 februari 2018, 00.03 uur · Aangepast 13 februari 2018, 16.09 uur

Het woondebat in Pakhuis de Zwijger ging vanavond vooral over wat voor stad de lijsttrekkers willen dat Amsterdam wordt. Wordt Amsterdam een 'emancipatiemachine', zoals Marjolein Moorman van de PvdA zei, of moet Amsterdam een stad van de Amsterdammers zijn?

Alle partijen waren het er vanavond over eens: het probleem op de woningmarkt is groot. Rutger Groot Wassink, fractievoorzitter van GroenLinks, verwoordde die pijn duidelijk: 'De druk op de markt is te groot. Laten we niet doen alsof iemand hier in de komende vier jaar de woningnood gaat oplossen.'

Lees ook: Het jaar van de gekte op de woningmarkt: een overzicht vol bizarre voorbeelden

De partijen waren het er wel over eens dat ze de pijn van de woningnood eerlijk moeten verdelen. Over die verdeling ontstonden de hele avond verhitte discussies. Zo vond Eric van der Burg, wethouder Ruimtelijke Ordening van de VVD, dat sociale huurwoningen verkocht moeten worden aan de bewoners, zodat het woningbezit toeneemt. 'Op die manier hebben de corporaties ook weer budget om te investeren in bestaande woningen.'

Meer betaalbare woningen
Laurens Ivens, wethouder Bouwen en Wonen van de SP, reageerde daar fel op. 'Ik ken weinig sociale huurders met een portemonnee die groot genoeg is om een woning te kopen. De sociale huurwoningen moeten dan voor de marktwaarde verkocht worden, dus die mensen moeten vier ton neerleggen. Als je dat hebt, woon je niet in een sociale huurwoning.' Vervolgens werden de heren het er alleen nog over eens dat er veel meer betaalbare woningen in de stad moeten komen.

Lees ook: SP en D66 botsen hard over woningbeleid: 'Durf eens een duidelijke keuze te maken!'

Ivens wil in de komende vier jaar 27.000 woningen bouwen. Een prestatie, vonden alle partijen, al ontstond er flink wat onenigheid over de verhouding waarin die woningen gebouwd moeten worden. Op dit moment wil de gemeente voldoen aan de zogenoemde 40/40/20-verhouding. 40 procent moet sociale huur zijn, 40 procent middeldure huur en 20 procent dure koop- en huurwoningen. 

Bouwverhoudingen
Van der Burg had liever gezien dat er meer middeldurewoningen worden gebouwd. Zijn ideale verhouding is 20/50/30. Reinier van Dantzig, fractievoorzitter van D66, vindt een 30/40/30-regeling ideaal, waarbij de laatste 30 gaat om betaalbare koopwoningen. Groot Wassink en Marjolein Moorman, fractievoorzitter PvdA, pleiten ervoor om de verhouding zo te houden als die is. Moorman: 'De lage- en middeninkomens worden verdrukt op de woningmarkt, daar moet je het meeste voor doen.'

Lees ook: Ook huizenbezitters Bijlmer profiteren van gekte op woningmarkt

Waar de lijsttrekkers het ook niet over eens werden, is of er voorrangsregels op de woningmarkt nodig zijn. Ivens is voor. 'Nu bepaalt het grote geld wie een woning krijgt, terwijl we Amsterdammers moeten helpen die in de knel zitten. Een gezin dat geen woning kan vinden, moet voorrang krijgen.' Van der Burg: 'Dat betekent dat verkopers nee zouden moeten zeggen tegen beleggers die een ton extra op hun huis bieden. Dat kunnen wij niet besluiten.'

Gelijke kansen
Van Dantzig vindt dat iedereen een kans moet hebben om Amsterdammer te worden. 'Of je uit Doetinchem of Damascus komt, je moet hier een woning kunnen krijgen.' Groot Wassink is het daarmee eens. 'Als je bijvoorbeeld geboren Amsterdammers voorrang geeft, is dat in strijd met het dna van de stad.' Moorman: 'Iedereen moet hier een gelijke kans hebben. Mensen van buiten de stad krijgen hier een kans om zichzelf te ontwikkelen. Amsterdam is een emancipatiemachine.

Ze is wel, net als GroenLinks, D66, SP en de VVD, voorstander van een woonplicht. 'Als je een huis koopt, moet je erin wonen.' De VVD maakt als enige een kanttekening: 'Die woonplicht moet alleen gelden bij nieuwbouw, bij bestaande bouw niet', aldus Van der Burg.