Start van hoofdcontent

Politiek

nl

Steeds meer Amsterdammers delen een woning: moeten we daar blij mee zijn?

20 juli 2018, 12.57 uur

Huisjesmelkers, wooncoöperaties en andere woningverhuurders vragen steeds vaker een vergunning aan voor het kamergewijs verhuren van appartementen en andere woningen in de stad. Dat blijkt uit evaluatie van het woningdeelbeleid van de gemeente.

Steeds meer volwassenen delen een woning in de stad, soms als familie, maar vaak ook als vriendengroep, als samenwonende studenten of in de vorm van een woongroep. In 5,4 procent van alle woningen in de stad wonen drie of meer volwassenen, een jaar eerder lag dat percentage nog op 4,6 procent, althans dat schat de gemeente. Het gaat in totaal om 19.225 adressen. Precieze cijfers zijn er niet, want er wordt veel gefraudeerd. Bij een substantieel aantal woningen in de stad mogen mensen zich niet inschrijven, al wonen ze er wel.

Lees ook: 'Zes studenten betalen 4000 euro per maand voor 70 vierkante meter'

Deelwoning is zege en bedreiging
Het is een duivels dilemma voor woon-wethouder Laurens Ivens, want met het grote woningtekort in de stad bieden deelwoningen een uitkomst voor veel Amsterdammers. Mensen die anders de stad zouden moeten verlaten of er niet kunnen komen wonen, hebben door de deelwoning wel een plek in Amsterdam. Tegelijkertijd zorgt de woningkrapte ervoor dat huurders nog kwetsbaarder zijn voor de grillen van huisjesmelkers en hebben stadsdelen de vrees dat wijken 'verkameren'.

Ivens maakt zich daarom grote zorgen over de uitkomsten van de woningdeelevaluatie. Het grootste probleem: de gemeente heeft moeite om een beeld te krijgen van het aantal Amsterdammers dat een woning deelt. Ook is vaak onduidelijk op welke manier dat gebeurt en dat maakt het controleren van verhuurders en het beschermen van huurders bijzonder ingewikkeld.

Lees ook: Huren weer flink gestegen: 'Het middensegment is in Amsterdam vrijwel afwezig'

Geluidsisolatie en gemeenschappelijke ruimte
Voor woningen die kamergewijs aan drie of meer volwassenen verhuurd worden (inwonen bij een hospita uitgezonderd), moeten verhuurders een vergunning hebben. Vorig jaar werden de regels voor die vergunning aangepast.

Zo werden onder dwang van de rechtse partijen uit de coalitie de voorwaarden voor woningdelen versoepeld, iets waar wethouder Ivens niet blij mee was. Om voor een vergunning in aanmerking te komen moeten verhuurders geluidsisolatie aanbrengen en zorgen dat er een gemeenschappelijke ruimte in de woning is. Voor woongroepen moet sinds vorig jaar ook een vergunning worden aangevraagd en als een woning aan vijf of meer mensen verhuurd wordt, dan gelden er extra regels.

Meer vergunningen, maar ook meer boetes
Door de versoepeling van de voorwaarden voor een vergunning, maar vooral door de controles van het handhavingsteam Woonfraude van de gemeente, is het aantal vergunningsaanvragen enorm aan het stijgen. In 2016 vroegen 31 verhuurders een vergunning aan, in 2017 waren dat er 372 en in de eerste drie maanden van dit jaar werden er al 260 vergunningen aangevraagd voor kamergewijze verhuur.

Lees ook: GroenLinks woest op kritische borden: 'Wtf, leugenachtig'

Bij het team Woonfraude van de gemeente werken 73 handhavers die het afgelopen jaar 828 adresonderzoeken uitvoerden en 98 boetes oplegden aan verhuurders die de regels overtraden. In het eerste half jaar van 2018 werden er al 77 boetes uitgedeeld aan verhuurders die zich niet aan de woningdeelregels van de gemeente hielden.

En dat zijn pittige bedragen. Wanneer er sprake is van kamerverhuur zonder vergunning aan drie of vier personen, dan is het boetebedrag 6000 euro. Bij vijf of meer personen gaat het om 18.000 euro en gaat een verhuurder vaker in de fout dan volgt een boete van maar liefst 20.500 euro.

Een liefdeskoppel of gewoon huisgenoten?
Het aantal boetes had flink hoger kunnen liggen maar voor handhavers is het moeilijk om aan te tonen of er sprake is van kamergewijze verhuur, waarvoor wel een vergunning nodig is, of inwoning bij een hospita (vergunningsvrij). Verhuurders bedenken vaak contructies waarmee ze onder een vergunningsaanvraag uit proberen te komen.

Een van de meest gebruikte constructies: drie volwassenen delen samen een woning. Bij een controle zeggen twee huisgenoten een relatie te hebben en een kamer te verhuren aan de derde persoon. In andere situaties krijgen huurders van huisjesmelkers te horen dat er maar een naam op het huurcontract mag staan. Er zijn zelfs gevallen waarbij verhuurders hun huurders vragen om zich in te schrijven bij andere appartementen in hetzelfde gebouw.

Lees ook: Voormalig Slangenpand te huur voor expats: 'Ze komen niet om te feesten'

Maximale huur en allemaal een huurcontract
Om die schijnconstructies aan te pakken wordt de handhaving op woningdelen in 2019 verder opgevoerd. Ook gaat de gemeente onderzoeken of ze verhuurders kan verplichten om iedere bewoner een huurcontract te geven. Ivens zou daarnaast graag zien dat de huur voor woningdelers gemaximeerd wordt. Voor die laatste twee wensen heeft de stad de hulp van Den Haag nodig.

Ook wil de wethouder stadsdelen tegemoet komen die met de verkamering van wijken in hun maag zitten. Stadsdeel West nam zelf al maatregelen. Zo worden er geen vergunningen uitgedeeld aan verhuurders die een woning willen opknippen in meer dan vier kamers. Simpelweg omdat er al heel weinig grotere woningen in dat stadsdeel zijn. Ook in Zuidoost waren eerder problemen met verkamering in de klusflats Kleiburg en de Gouden Leeuw. Bij een grote controle vorig jaar werd op 55 adressen illegale kamerverhuur aangetroffen.

Lees ook: Bewoner Bijlmerflat Kleiburg: 'Krijg regelmatig een briefje om mijn woning te verkopen'

Verkameren van stadsdelen
Om te voorkomen dat iedere woning die vrijkomt in de stad straks opgedeeld wordt in kleine kamertjes, wil het huidige college van burgemeester en wethouders een gebiedsquotum. Op die manier kan er per wijk besloten worden tot het afgeven van een maximaal aantal vergunningen voor kamergewijze verhuur.

Hoewel de ambities van woon-wethouder Ivens en de rest van het college hoog zijn, zal het nog een tijd duren voordat de woningdeelmarkt echt beteugeld kan worden. Met uitzondering van de extra handhaving worden andere wijzigingen in het gemeentelijke beleid pas opgenomen in de Huisvestingsverordening van 2020.

Flickr.com / Merijn Hoeke