Start van hoofdcontent

Ajax

nl

Černý na elf maanden blessureleed: 'Vandaag is de dag'

17 september 2018, 17.23 uur · Aangepast 18 september 2018, 08.30 uur

De Tsjech Václav Černý gaat vanavond voor het eerst sinds elf maanden weer speelminuten maken. Vijfenveertig minuten zal hij meedoen met Jong Ajax tegen Helmond Sport in de Keuken Kampioen Divisie.

De aanvaller raakte vorig jaar oktober ernstig geblesseerd tijdens de bekerwedstrijd tegen ASV De Dijk. Hij scheurde de voorste kruisband in zijn rechterknie af en dat betekende einde seizoen.

Herstelproces
Begin dit jaar liepen Ajaxfans Kale en Kokkie de snelle buitenspeler tegen het lijf voor sportpark De Toekomst, hij was toen net begonnen met zijn revalidatie. De Tsjech gaf aan veel moeite te hebben met het herstelproces, zeker als hij vanuit het krachthonk met een schuin oog naar zijn teamgenoten op het trainingsveld moest kijken. Die steunde hem gelukkig wel tijdens het proces, en dan vooral Lasse Schone en Joel Veltman die eenzelfde soort blessure hadden in het verleden.

Lees ook: Schöne en Veltman slepen geblesseerde Cerny erdoorheen: 'Zij hebben hetzelfde meegemaakt'

Alsof het was afgesproken kwam het supportersduo acht maanden na de eerste ontmoeting Černý vandaag weer tegen voor de poort van De Toekomst. De pruillip heeft plaatsgemaakt voor een grote glimlach op het gezicht van de aanvaller. 'Vandaag is de dag,' zegt hij tegen Ajaxfans Kale en Kokkie, die blij zijn dat hij weer minuten kan maken. 'Als je vanavond hebt gespeeld zal je snel meer minuten willen maken', zegt Kokkie waarop de Tsjech moet lachen: 'Ik denk dat ik na 45 minuten helemaal uitgeput ben'.

Bezette positie
Als Černý volledig hersteld is zal hij een bikkelharde concurrentiestrijd aan moeten gaan met de gevestigde namen op zijn geliefde positie: rechtsbuiten. De laatste wedstrijden spelen Dusan Tadic en Hakim Ziyech afwisselend op die positie en hij moet ook de Braziliaan David Neres voor zich dulden.

Bekijk hier de aflevering van Kale & Kokkie waar de twee in gesprek zijn met Václav Černý: