Badr Hari vluchtte vorig jaar naar Marokko omdat hij was geschrokken van zichzelf. "Ik moest mezelf terugvinden."
Dat vertelde de K1-vechter maandagavond in het programma Holland Sport. Hari vertrok naar Marokko, nadat hij was gediskwalificeerd omdat hij zijn tegenstander Hesdy Gerges vol in het gezicht had getrapt terwijl die al op de grond lag. Twee jaar daarvoor deed Hari iets soortgelijks, toen bij Remy Bonjasky.
"Ik kan niet uitleggen waarom ik natrap. Vanaf de tribune of vanachter de tv is dat ook niet te begrijpen, maar soms raak je jezelf kwijt in de passie en de emotie die je tijdens een gevecht voelt", aldus Hari. "Daar kan je ook niet op trainen. Misschien is het iets dat ik moet bespreken met iemand. Ik kan ook niet beloven dat het nooit meer gebeurt."
De vechter werd tijdens zijn verblijf in Marokko gezocht door de politie, die hem wilde verhoren over de zware mishaneling van een portier van Club Blinq op het Kleine Gartmanplantsoen in februari 2010. Pas eind oktober meldde hij zich op het bureau, waar hij vervolgens bijna een maand in voorarrest zat.
Hari richt zich nu op zijn comeback in de ring, in mei. "Ik moet er gewoon weer positief tegenaan gaan. Mensen moeten me weer gaan zien als een sportman, want dat is wie ik ben."
Het imago van de vechtsport liep een flinke deuk op door de perikelen rond Hari. Vorige week kreeg de sport een nieuwe klap te verwerken, toen Hesdy Gerges werd opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij de handel in cocaïne. Voor burgemeester Eberhard van der Laan was Hesdy's arrestatie een bevestiging voor wat hij al langer beweert: dat de vechtsport wordt misbruikt door de georganiseerde misdaad.
De ministerraad besloot vrijdag dat de wet Bibob ook voor de organisatoren van vechtsportgala's moet gaan gelden.