Start van hoofdcontent

Stad

nl

Arrestaties van kopstukken maakt criminele netwerken juist sterker

1 januari 1900, 00.19 uur · Aangepast 21 december 2016, 12.12 uur

Het oppakken van criminele kopstukken heeft veel minder effect bij de bestrijding van misdaad, dan vaak wordt gedacht. Sterker nog, vaak worden criminele netwerken juist efficiënter, wanneer een vermeende leider door de politie wordt gearresteerd. Dat blijkt uit onderzoek van Paul Duijn, promovendus aan de UvA.

Volgens Duijn, die zelf bij de politie werkte en daar ook onderzoek deed, wordt er bij opsporingswerk te vaak ad hoc gehandeld. 'De neiging is snel tot actie over te gaan als er iets gebeurt en dan richt het onderzoek zich vaak op 'de grote boef'. Maar als er breder gekeken zou worden, dan zie je dat drugstransporten, liquidaties en witwaspraktijken allemaal samenhangen in een groter netwerk van sociale en criminele relaties.'

Eén netwerk van 22.000 criminelen
Door gegevens uit arrestatieverslagen, social media-analyses, eerdere onderzoeken en inlichtingeninformatie aan elkaar te koppelen, kwam Duijn tot één groot netwerk van 22.000 criminelen binnen Nederland. Via computersimulaties probeerde hij voorspellingen te doen over hoe een crimineel netwerk reageert, als de vermeende leiders steeds weer worden opgepakt.

Lees ook: Doelwit en schutter Staatsliedenbuurt schelden elkaar uit in rechtszaal: 'Pannenkoek!'
Lees ook: Communicatienetwerk dat viertal Knokkestraat gebruikte uit de lucht gehaald

Wat blijkt: de criminele kopstukken zijn makkelijk vervangbaar. 'Criminelen leven in een snel veranderende wereld en hebben vaak een enorm improvisatievermogen. Schakel je een beeldbepaler uit, dan staat de concurrent al klaar. Het zijn net freelancers die elkaars gaten opvullen.' Vlak na een arrestatie is er vaak veel contact tussen criminelen binnen het netwerk en stijgt de efficiëntie van hun criminele activiteiten, blijkt uit het onderzoek van Duijn.

Hoe criminelen elkaar opzoeken na de arrestatie van een kopstuk:
abc5media_video_0

In de animatie* is te zien hoe het arresteren van kopstukken (nodes) leidt tot communicatie (rood oplichtende verbindingen) binnen het criminele netwerk. De efficiëntie van het netwerk neemt toe en de 'lijntjes' worden korter. Maar ook de zichtbaarheid (lightness) voor de politie neemt toe.

Electriciens voor wietplantages en versnijders van cocaïne
Wil de politie een crimineel netwerk echt verstoren, dan moet ze zich meer richten op de criminelen met unieke vaardigheden: de specialisten binnen het netwerk. Zoals bijvoorbeeld de criminelen die toegang hebben tot versnijdingsmiddelen voor de cocaïnehandel, of de elektriciens die complexe elektrische installaties aanleggen voor hennepkwekerijen.

'Maar je kunt ook denken aan de criminelen die financiële constructies voor witwaspraktijken bouwen', vertelt Duijn. 'Het zijn vaak de mensen die maar 20 procent van een netwerk uitmaken, maar wel voor 80 procent van de opbrengst zorgen. Pak je de specialisten aan, dan komt er veel meer beweging binnen het netwerk, want ze zijn moeilijk te vervangen.' Die beweging maakt het voor de politie weer makkelijker om inzicht in het hele netwerk te krijgen.

'Voor iedere ontruimde plantage komen er drie terug'
Nu wordt er vaak ad hoc gehandeld door de politie. Wordt er bijvoorbeeld een hennepplantage gevonden, dan wordt die snel ontruimd. 'Maar voor iedere ontruimde plantage komen er drie terug. Zou je beter kijken naar het forensisch materiaal, dan kun je het criminele netwerk achter die plantage in beeld krijgen. Zo kun je naast het ontruimen van de plantage tegelijk de elektricien en de witwasser oppakken en ook de growshop sluiten die zorgt voor de distributie van de wiet, dan deel je als politie een veel grotere klap uit', vertelt hij.

abc5media_image_1

Lees ook: Brandweer vindt wietplantage bij woningbrand Nieuw-West
Lees ook: Agenten vinden wietplantage na klachten omwonenden

'Je wilt als rechercheur graag de criminele activiteiten voor zijn en niet steeds achter de feiten aanlopen. Maar daarvoor moet er minder vanuit routine onderzoek gedaan worden en moet er meer aandacht komen voor het verbinden van opsporingsinformatie uit verschillende zaken.' Alleen op die manier kunnen criminele netwerken, die altijd in beweging zijn, echt gevolgd en aangepakt worden.

'Lef en lange adem'
Maar die bredere en dynamische blik op criminele netwerken vraagt om meer capaciteit en dat is een probleem. 'Als je bij iedere liquidatie in de stad 20 tot 25 rechercheurs inzet voor onderzoek, dan houd je niemand meer over voor het bredere werk. De politie moet keuzes durven maken en daar is heel veel lef en een lange adem voor nodig.'

Paul Duijn promoveert aanstaande donderdag aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek deed hij onder begeleiding van Peter Sloot, hoogleraar Computational Science en directeur van het Institute for Advanced Study (IAS) in Amsterdam.

*Duijn, P. A.C., Kashirin, V., & Sloot, P. M.A. (2014). The relative ineffectiveness of criminal network disruption. Scientific reports, 4, 4238