Belangenorganisatie COC wil dat er nieuw onderzoek komt naar hoe de overheid homoseksuelen in het verleden behandelde. Aanleiding daarvoor is de vondst van lijsten in het Stadsarchief, waarop namen van sollicitanten staan die in de jaren 1950 - 1958 zijn afgewezen voor de functie van ambtenaar, omdat zij homoseksueel zouden zijn.
Dat schrijft dagblad Trouw vandaag. De lijsten van enkele meters lang zijn vorig jaar bij toeval gevonden. Veel van genoemde mensen zijn nog in leven en daarom zijn de 'homolijsten' niet openbaar. De Beoordelingscommissie Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel onderzocht de achtergrond van sollicitanten. Als bleek dat zij homoseksueel waren kon een baan als ambtenaar vergeten worden. Maar op de lijsten staan ook namen van mensen die in hun omgeving iemand hadden die homoseksueel was.
'Waar bemoeide overheid zich mee'
'Ik sloeg stijl achterover toen ik de stukken bestudeerde', zegt onderzoeker Eric Heijselaar van het Stadsarchief. Hij mocht de lijsten wel inzien. 'Waar bemoeide de overheid zich in die tijd mee?'. Hij noemt het voorbeeld van een vrouw die, ondanks het feit dat haar zoon homoseksueel was, bij hoge uitzondering toch werd aangenomen.
De Nederlandse regering heeft in 2003 al excuses aangeboden voor de behandeling van homoseksuelen in het verleden. Maar dat ging vooral om de periode tijdens de Tweede Wereldoorlog. De ontdekking van het Stadsarchief gaat over een totaal andere periode, zegt Philip Tijsma van het COC. 'Homoseksuelen zijn destijds gecompenseerd voor het leed uit de oorlog en strafvervolging voor seksuele contacten met mensen onder de 21 jaar, die tot 1971 strafbaar waren. Maar in Amsterdam worden nu nieuwe feiten aangedragen.'
Individuele compensatie
Gert Hekma, oud docent homo- en genderstudies aan de UvA, zegt tegen de krant dat het de overheid zou sieren als de discriminatie en vervolging van homoseksuelen erkent zou worden. Verder moeten er volgens hem excuses gemaakt worden en moet er onderzocht worden of mensen individueel gecompenseerd kunnen worden.