Start van hoofdcontent

Politiek

nl

Wethouder Ivens pleit voor 'eeuwigdurende middenhuur' bij nieuwbouw

15 oktober 2018, 19.29 uur · Aangepast 16 oktober 2018, 19.25 uur

Wethouder Laurens Ivens (Wonen) wil bij nieuwbouw de middenhuur 'eeuwigdurend' gaan vastleggen. Op dit moment staat de huur bij nieuwbouw voor 25 jaar vast.

De middenhuur bedraagt gemiddeld 710 tot 971 euro. Deze kosten mogen van Ivens alleen nog met de inflatie meestijgen, meldt Het Parool

Institutionele investeerders hebben daarentegen moeite met het plan. Zo zouden pensioenfondsen te veel rendement mislopen en daardoor niet meer alle pensioenen uit kunnen keren. 

Lees ook: Minder auto's, meer middenhuur: dit zijn de plannen van het stadsbestuur

'Heel veel nieuwe middenhuurwoningen in Amsterdam verdwijnen te snel richting vrije sector', werpt Ivens tegen. 'We willen niet dat we over 25 jaar de huizen kwijtraken die we nu in deze sector bouwen.'

Meer sociale huur
De wethouder presenteert eind dit jaar zijn nieuwe woningbouwplannen. Daarbij pleit hij ook voor een hoger percentage sociale huur.

Lees ook: WOZ-waarde drukt sociale huurwoningen vrije sector in; wethouder wil maatregelen

De 40-40-20-verhouding (40 procent sociale huur, 40 procent middensector en 20 procent vrij) moet volgens hem bijgesteld worden, schrijft de krant. Daarbij gaat het om grondposities die in handen zijn van de gemeente zelf.

Een woordvoerder weerspreekt dat Ivens van de 40-40-20 regel af wil. Hij stelt dat het hogere percentage 'sociaal' soms zal gelden op bouwlocaties, maar alleen omdat op andere toekomstige locaties juist weer veel 'duur' wordt gebouwd. 

'Verlies is ondernemersrisico'
Het percentage 'sociaal' kan vervolgens oplopen tot 60 procent. Ivens wuift het idee weg dat beleggers of ontwikkelaars daardoor te veel winst zouden mislopen. 

'Sommige vastgoedpartijen denken dat ze bij grondposities zelf kunnen bepalen wat ermee gebeurt. Wij zijn volstrekt duidelijk geweest met onze eisen', vindt Ivens. 'Als een ontwikkelaar er dan verlies op maakt, is dat zijn ondernemersrisico.'