Cultuur
Deze atleten hebben geen sportschool nodig: calisthenics steeds populairder
Je hele lichaamsgewicht dragen met je armen of een lantarenpaal gebruiken als trainingshulp. Het kan allemaal bij calisthenics, een ook in Amsterdam steeds populairder wordende sport. En wat de beoefenaars betreft krijgen ze hier meer ruimte voor.
Shirt uit en gaan, het Rembrandtpark is een populaire plek voor calisthenics. Wat dat precies is? 'Een weerstandstraining waarbij je gebruik maakt van je eigen lichaamsgewicht. In de sportschool ga je om bijvoorbeeld je borst en triceps te trainen bankdrukken. Je rug train je met calisthenics door pull ups. Als je dat onder de knie hebt, kun je daarna bijvoorbeeld one arm pull ups doen en zo progressie boeken', vertelt Thomas Stuijfzand.
Creatief
Ook de Beverwijkse wereldkampioen Melanie Driessen traint vaak in Amsterdam. 'Calisthenics is vaak op kracht gericht. Maar er is een freestyle. Dat zijn meer dynamische oefeningen', vertelt ze. 'Het is zo leuk omdat je creatief bezig kan zijn en het is met vrienden altijd leuk.'
De populariteit van de sport kan Thomas wel verklaren: 'Mensen worden de sportschool zat om verschillende redenen. Bijvoorbeeld de machocultuur die er heerst en de maandelijkse kosten. Je zit met calisthenics niet vast aan een sportschool. The world is your gym.'
Steeds drukker
Het kan dus eigenlijk overal, maar zo'n plek als in het Rembrandtpark is helemaal ideaal. Reden voor Thomas om de gemeente zover te krijgen meer van dit soort plekken te maken. 'Het wordt steeds drukker. Door alle atleten kun je soms de stangen niet meer zien.'
Hoe intens deze sport er ook uitziet, volgens Thomas is het toch echt voor iedereen geschikt. 'Ja echt juist voor mensen zonder sixpack of die niet fit zijn, die willen we juist helpen naar een volgend level te komen.'