Achtergrond
Kinderombudsman: 'Uitstroommakelaar moet dakloze kinderen helpen aan een huis'
Kinderombudsman Anne Martien van der Does pleit voor een zogeheten uitstroommakelaar die dakloze gezinnen helpt aan een woning buiten de stad. Ook wil ze dat kinderen individuele hulp krijgen. Vorige week werd bekend dat in Amsterdam ruim 730 kinderen, vaak langer dan een jaar, in een noodopvang of in een kamer bij een zorgorganisatie wonen.
De tijdelijke opvang is in principe voor drie maanden bedoeld, maar gezinnen wonen er vaak veel langer. 'Soms wel anderhalf jaar', zegt Van der Does. Ze vreest dat kinderen zo stagneren in hun ontwikkeling. Daarom moet er voor hen speciale hulp komen. 'Het is voor kinderen heel onwenselijk. Kinderen ervaren minder mogelijkheden, ze kunnen geen ruzie maken met hun ouders, want dan gaan hun buren in de opvang of het hotel waar ze tijdelijk zitten, klagen. Ze kunnen geen vriendjes mee naar huis nemen en bovendien zitten hun ouders in de stress omdat ze uit de opvanglocatie willen, dus die hebben minder emotionele ruimte voor die kinderen en de vraag is wie dat gaat opvangen?'
Lees ook: Ruim 730 kinderen in daklozenopvang: 'Daarvoor sliep ik op twee stoelen'
Van der Does vindt daarom dat kinderen, net als hun ouders, als zelfstandige cliënten moeten worden gezien en ondersteuning moeten krijgen. Zoals de twee Amsterdamse nichtjes van 10 en 11 jaar die AT5 vorige week sprak over hun moeilijke situatie. Hun ouders raakten meer dan een jaar geleden hun woning kwijt, en dus wonen ze nu met het hele gezin op een krappe kamer in een zorginstelling.
AT5
De feiten en cijfers op een rij
Uitstroommakelaar
'Dit zijn schrijnende situaties', zegt Van der Does. 'En die duren veel te lang.' Daarom pleit ze voor een uitstroommakelaar, die per gezin op zoek gaat naar een woning buiten de stad. Dat kan de lange wachttijd voor een huis aanzienlijk verkorten. 'Wat heel acuut moet gebeuren, is dat met gezinnen besproken wordt of ze mogelijk buiten Amsterdam willen wonen.'
Individuele hulp
'Wij komen regelmatig gezinnen tegen die dat best wel willen en daarvoor is individuele hulp per gezin noodzakelijk.' Van der Does ziet dat je het niet via vaste procedures en systemen moet oplossen. 'Als je een gemeente buiten Amsterdam vraagt willen jullie 50 gezinnen opnemen, dan wordt het een politiek dingetje, dan doen ze het niet. Maar als je bij een gemeente vraagt: er is één gezin en die willen om die en die reden in jullie gemeente wonen, dan lukt het wél.'
Maatwerk
Maatwerk dus, en het kan de Kinderombudsman niet snel genoeg gaan. Want hoe langer je in de opvang blijft, hoe moeilijker het is om er uit te komen. 'Vaak hebben deze gezinnen ook schulden en je kunt daar niet mee aan de slag omdat je niet weet wat je woonlasten gaan worden. Je weet niet waar je gaat wonen, dus blijft het hele gezin blijft stilstaan.'