Start van hoofdcontent

Cultuur

nl

Tentoonstelling in Nieuwe Kerk probeert het volledige verhaal van Suriname te vertellen

3 oktober 2019, 16.55 uur · Aangepast 3 oktober 2019, 22.11 uur

Volgend jaar viert Suriname 45 jaar onafhankelijkheid. Daarom opent er in de Nieuwe Kerk zaterdag de ‘Grote Suriname Tentoonstelling’. Door middel van negen ruimtes wordt de bezoeker meegenomen door de geschiedenis, van de inheemse bewoners, de komst van de Europeanen en de slavernij, tot de komst van nieuwe etnische groepen.

Omdat er relatief weinig aandacht is voor de gemeenschappelijke geschiedenis die Suriname heeft met Nederland vindt Carl Haarnack het extra belangrijk dat er veel papieren erfgoed is tentoongesteld. Als eigenaar van het archief Buku-Bibliotheca Surinamica heeft hij tientallen stukken in bruikleen gegeven aan de Nieuwe Kerk.

'Deze slaaf heette Adriaan, eigendom van plantage Rozenburg', citeert Haarnack uit een tentoongesteld koloniaal document. 'Hij heeft zich gedurende de tijd van vijf maanden met andere weggelopen negers opgehouden, de straf hiervoor is dertig zweepslagen.' Volgens Haarnack zijn er duizenden koloniale verslagen zoals deze, die de geschiedenis navertellen. 'Als je het leven van alledag wil begrijpen en hoe het zich afspeelde, moet je naar dit soort bronnen kijken.'

Otto bakka
Naast dat er ruimte is voor alle etnische groepen die in Suriname leven, is er een aparte hoek voor de afro-Surinaamse klederdracht, de Koto. Christine van Russel-Henar van het Koto Museum legt uit dat het verhaal van de traditionele kleding in feite het verhaal van Suriname is. 'De vrouwen die de koto’s ontwierpen lieten zich vaak inspireren door de wereld om hen heen', vertelt Van Russel-Henar. Het meest bijzondere voorbeeld is de 'Otto baka'. Deze traditionele hoofddoek werd ontwikkeld toen de eerste auto’s in het straatbeeld in Suriname opdoken. 'Otto bakka is letterlijk de achterkant van de auto, dus de achterbumper. Zodoende ontstond deze vorm van een hoofddoek, lijkend op de achterkant van een bumper.'

Hoop en plezier
Aan de tentoonstelling werkten tientallen instanties en organisaties mee, uit Nederland en Suriname. Bijzonder is de grote hoeveelheid objecten die er te zien zijn. Veel daarvan komen uit het Tropenmuseum. Curator van het museum Wayne Modest benadrukt dat aandacht voor Caribische culturen op deze manier en op deze schaal, in musea, niet vaak voorkomt.

Toch is het voor Modest belangrijk dat een dergelijke expositie over kolonialisme niet alleen gaat over onderdrukking en geweld. 'Het is belangrijk om te laten zien hoe vindingrijk en creatief men was.' Hij verwijst naar alle gebruiksvoorwerpen die in de Nieuwe Kerk te zien zijn van voornamelijk inheemsen, zoals mandjes, kleding en hoofdtooien. 'Het blijft belangrijk voor ons om ook te laten zien dat deze mensen ook in moeilijke tijden hoop hadden en plezier hadden in het leven. En dat laat deze collectie met deze voorwerpen zien.'

De tentoonstelling opent zaterdag de deuren voor het publiek en is de komende vier maanden te bekijken.