Met gevaar voor eigen leven smokkelde de joodse kinderverzorger Betty Goudsmit-Oudkerk met haar collega's zo'n 600 kinderen tijdens de oorlog weg via de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg. Gisteren overleed ze op 96-jarige leeftijd, meldt uitgever Amphora Books.
Goudsmit-Oudkerk was het laatste nog levende personeelslid van de roemruchte crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan. Daar smokkelde het personeel tijdens de oorlog vele joodse kinderen weg. Goudsmit-Oudkerk was als zeventienjarig meisje één van hen.
Tot vier jaar geleden, sprak ze er nooit publiekelijk over. Maar op aandringen van haar kinderen, liet ze haar verhaal opschrijven in Betty, een Joods kinderverzorgster in verzet. Het eerste exemplaar werd in 2016 overhandigd aan Eberhard van der Laan.
Afgevoerd
Goudsmit-Oudkerk liet optekenen hoe de joodse ouders in de Schouwburg zaten om afgevoerd te worden. De Duitsers wilden niet gestoord worden door het geluid van kinderen, en dus werden ze naar Betty en haar collega's gebracht. Dat betekende voor zeshonderd kinderen hun redding.
'Dan stond ik voor de deur en dan ging ik met de kinderen wandelen', vertelde ze aan AT5. 'En dan liepen we naar de Portugese Sjoel, om de hoek tegenover Artis. En dan liet ik ze daar achter'. Ook vertelde ze: 'Ik heb met de kinderen gedanst en gezongen. En zingen is een hele goede afleider voor verdriet, weet je.'
Zelf verloor ze haar moeder, oma en twee broers tijdens de oorlog. Vorig jaar legde ze tijdens de Nationale Dodenherdenking nog een krans bij het Nationaal Monument op de Dam.