Alle elf de hulpverleningsinstanties, die betrokken waren bij de eind vorig jaar door haar vader doodgeschoten 14-jarige Famke, en ook de rechterlijke macht hebben op vele vlakken tekort geschoten. Dat is de harde conclusie van het onderzoek naar het drama. Volgens voormalig kinderrechter en Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen kinderen Corinne Dettmeijer-Vermeulen heeft 'het systeem' gefaald, maar hadden hulpverleners elk afzonderlijk een fatale afloop niet kunnen voorkomen.
Op 28 december vorig jaar, aan het begin van de middag, werden er twee lichamen in een woning aan de Eerste Atjehstraat in Oost gevonden. Na onderzoek bleek het te gaan om de 14-jarige Famke en haar vader. De 52-jarige man schoot eerst zijn dochter dood, waarna hij zelfmoord pleegde.
Nadat burgemeester Femke Halsema begin dit jaar met de moeder van het meisje sprak, werd er besloten om een grondig onderzoek te laten doen naar hoe dit drama heeft kunnen gebeuren.
Het rapport, geschreven door Dettmeijer-Vermeulen, trekt harde conclusies over onder meer het Ouder Kind Team (OKT), Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugdbescherming. Ook stelt de onderzoeker dat het ''ontbrak aan voldoende institutioneel vertrouwen tussen de belangrijkste spelers betrokken bij de jeugdhulp in de Gemeente Amsterdam, hetgeen de hulpverlening heeft belemmerd.'' Volgens de onderzoeker was er ook niet de benodigde expertise bij alle instellingen in huis.
''Vader had door zijn weigering om mee te werken feitelijk de regie over de hulpverlening genomen en gekregen en die situatie heeft onacceptabel lang kunnen voortduren"
Slechts vijf dagen voor het drama werd door de kinderrechter de ondertoezichtstelling van Famke uitgesproken, omdat er vele zorgen waren. Inmiddels waren er bij de hulpverlening aan de tiener al elf instellingen betrokken over een periode van negentien maanden. Het resultaat: de situatie van Famke ging alleen maar achteruit, zo staat in het rapport. ''En dat terwijl in feite een jaar eerder de zorgen reeds een spoed ondertoezichtstelling en een uithuisplaatsing zouden hebben gerechtvaardigd.''
Geïsoleerd
De vader van Famke had haar van andere volwassenen geïsoleerd en gevuld met zijn achterdocht en wantrouwen richting de moeder en alle instellingen. Eind 2020 werd door meerdere hulpverleners geconstateerd dat de jeugdige de denkwereld van de vader had geïnternaliseerd, aldus het rapport. ''Vader had door zijn weigering om mee te werken feitelijk de regie over de hulpverlening genomen en gekregen, en die situatie heeft onacceptabel lang kunnen voortduren. Hij kon dit doen omdat regie in de hulpverlening ontbrak.''
In het rapport staat verder dat Famke door haar vader nauwelijks tot niet meer naar school ging. Ook waren er serieuze signalen van loverboyproblematiek. ''Vader hield open huis voor een groep jongens die aanmerkelijk ouder waren dan de jeugdige.''
Moeder
Al in december 2016 trekt de moeder van Famke aan de bel. Ze spreekt dan met de politie over de vader. Hij zou suïcidale neigingen hebben, extreem veel alcohol drinken en een medicijnverslaving hebben. Voor de politie waren de zorgen zo ernstig, dat er met de moeder werd afgesproken een alertering op het adres van vader te zetten.
Famke was, toen haar moeder voor het eerst haar zorgen uitte, 10 jaar oud. Ze verbleef toen veelvuldig bij haar vader. ''Als moeder aangeeft bij de instellingen dezelfde zorgen te hebben, dan heeft zij ervaring met dit gedrag. Dat komt nergens in de tijdlijn of de rapportages terug, terwijl juist die eerdere ervaring haar zorgen meer gewicht hadden moeten geven'', zo staat in het rapport.
De moeder van Famke bleef aanhoudend contact zoeken met hulporganisaties, terwijl haar dochter contact weigerde. In maart vorig jaar ging Famke met toestemming van de rechter volledig bij haar vader wonen.
Dettmeijer-Vermeulen schrijft dat de moeder hiermee door de rechtbank buitenspel is gezet. ''Het beslissen over de uitoefening van het ouderlijk gezag en de omgang tussen een ouder en haar kind, zonder die ouder formeel te horen is een schending van het rechtsbeginsel van hoor en wederhoor en in strijd met de wet.''
"Ons hart gaat uit naar de nabestaanden die nu de bevestiging van hun terechte maar onvoldoende gehoorde roep om hulp teruglezen"
Dettmeijer-Vermeulen komt verder tot de conclusie dat hulpverleners keer op keer veel te lang bezig waren. Het Ouder Kind Team (OKT) schaalde te langzaam op en Veilig Thuis droeg de zaak over aan de Jeugdbescherming, terwijl ze beter meteen een onderzoek hadden moeten vragen aan de Raad voor de Kinderbescherming. Hierdoor ontstond ook weer vertraging.
De Jeugdbescherming kreeg geen contact met de vader, waarna zij eind juli de Raad voor de Kinderbescherming vroegen om een onderzoek te starten. Pas ruim een maand later werd het onderzoek gestart en eind november werd het verzoekschrift ingediend bij de rechtbank. Nog eens een maand later, op 23 december 2020 - vijf dagen voor het drama - werd de ondertoezichtstelling uitgesproken.
Burgemeester Femke Halsema en zorgwethouder Simone Kukenheim schrijven in een brief aan de gemeenteraad: ''Wij zijn ons er terdege van bewust dat dit onderzoeksrapport grote indruk zal maken op eenieder die dit leest. Ons hart gaat uit naar de nabestaanden die na een lange zoektocht naar hulp het verdriet om het verlies van een geliefde dochter moeten verwerken, en in dit rapport nu de bevestiging van hun terechte maar onvoldoende gehoorde roep om hulp teruglezen."
Ook zeggen Halsema en Kukenheim zich te realiseren dat het rapport ''een hard gelag is voor de individuele hulpverleners die dit drama ondanks hun inzet niet hebben kunnen voorkomen.''
Heb jij hulp nodig?
Heb jij vragen over zelfmoord of heb je hulp nodig? Praten of chatten kan (anoniem) via 113.nl, bel 113 of gratis met 0800-0113.