Advertentie
Stad
Amsterdamse Robin Hood gaf gestolen miljoenen guldens aan armen, maar leefde er zelf ook op los
Tien jaar lang hing boekhouder Kees van Harreveld de weldoener uit met gestolen geld. Hij drukte in de jaren vijftig, twee miljoen gulden achterover uit de kas van de bank waar hij werkte. Als een Amsterdamse Robin Hood gaf hij het aan wie het maar nodig had, maar leefde zelf ook als God in Frankrijk. Tot hij tegen de lamp liep.
Kees van Harreveld werkte vanaf 1941 als boekhouder bij de bank Berger & Co aan de Herengracht. 'Het Goede Heertje' werd hij genoemd, omdat hij het gestolen geld uitgaf als water, veelal aan anderen. Edwin Schoon en Arjan Dijksma schreven een boek over hem. Schoon: "Hij was goed gekleed, mensen namen hun hoed voor hem af. Hij was de vrolijkheid zelve." Dijksma: "Taxichauffeurs vochten om hem in hun auto te krijgen, want een ritje kostte maar één euro zestig, maar hij gaf een tientje."
Sinterklaas
Het kon niet op. Van Karreveld liep als een gouden haantje door de stad en gaf vaak rondjes in zijn stamcafé aan het Thorbeckeplein. Hij kocht wel veertig kaartjes op de zwarte markt voor elke wedstrijd van het Nederlands Elftal en deelde die uit. Als een echte Robin Hood gaf hij ook veel aan de armen. "Bij het Leger des Heils vroeg hij de adressen van de vijftig armste mensen van de stad en die kregen allemaal een pakket met Sinterklaas", vertelt auteur Edwin Schoon. "En die bracht hij ook zelf rond."
Hij deelde kaartjes uit voor het Nederlands Elftal en de vijftig armste mensen van de stad kregen een pakket met Sinterklaas
Wat niemand wist, was dat de man die zich voordeed als Robin Hood, een greep uit de kas van zijn werkgever had gedaan om een boete van 750 euro te kunnen betalen. Die boete kreeg hij na de oorlog, omdat hij lid was geweest van de NSB. Hij ontdekte dat het stelen hem zo makkelijk afging, dat hij er niet meer mee kon stoppen. Arjan Dijksma: "Hij was kassier en controleur tegelijk, daardoor kon hij zo makkelijk aan het geld komen. Er kwamen af en toe wel controleurs, maar in hun pauze veranderde hij dan de getallen. Op een gegeven moment was hij de hele nacht cijfertjes op zijn typemachine aan het veranderen."
Verwend tot op het bot
Tien jaar lang leefde Kees er met zijn vrouw Mies op los. Er waren maanden dat hij wel 10.000 gulden weggraaide bij zijn werkgever, de bank Berger & Co. Zijn nichtje Mieke Hendriks weet nog goed hoe haar oom uitpakte met het geld. "Hij was mijn rijke oom. Een joviale man. Ik werd uit Utrecht, waar ik woonde, met een luxe taxi opgehaald als ik kwam logeren in Amsterdam. Ik herinner me de grote hal in hun woning aan de Rooseveltlaan en het enorme bankstel. Ze hadden zelfs televisie. Dat had ik nog nooit gezien. Ik dacht dat er een mannetje in een kastje zat." Mieke Hendriks en haar zusje werden overladen met cadeaus. "Ik kreeg poppen die net zo groot waren als je zelf was, je werd tot op het bot verwend door ze. En doodgeknuffeld."
Niemand in de familie vroeg hoe ze aan het geld kwamen, vertelt Mieke Hendriks. "Hij werkte op een bank aan de Herengracht en dat vonden we al heel wat. En hij zat in effecten. Mijn moeder zei altijd dat ze de voetbalpoule hadden gewonnen."
Hoe hij aan het geld kwam? Mijn moeder zei altijd dat ze de voetbalpoule hadden gewonnen.
Toen de kas van de bank leeg begon te raken liep Van Harreveld tegen de lamp. Zijn diefstal kon hij niet meer wegmoffelen en hij belandde in de gevangenis. Zijn proces in 1959 werd een waar mediaspektakel. "Die rechtszaak was heel vernederend voor hem", vertelt auteur Edwin Schoon. "Hij was een man van simpele komaf en dacht: de armoede gaat mij nooit meer overkomen en hij heeft zich -weliswaar met gestolen geld- omhooggewerkt. Hij werd eindelijk van een dubbeltje toch een kwartje. Daar heeft 'ie van genoten, en anderen nog meer dan hijzelf. Maar de officier van justitie duwt hem eigenlijk terug. Die zegt: jij denkt dat je ook bij de elite kan horen, en dat gaat niet gebeuren."
De auteurs stuitten op allerlei informatie over Van Harreveld tijdens de rechtszaak. "Van binnen was hij een onzekere man, dat blijkt ook uit psychiatrische rapporten. Hij had het nodig dat mensen hem bewonderden en waardeerden om wie hij was. Hij zei: "Als ik niet kan geven dan kan ik niet leven."
Na zijn gevangenisstraf leefde de Amsterdamse Robin Hood nog 30 jaar. Maar in tegenstelling tot zijn tien 'gouden jaren', in de anonimiteit.
💬 Whatsapp ons!
Heb jij tips? Of een interessante foto of video gemaakt? Stuur ons jouw nieuws op 0651190938!