Start van hoofdcontent

Stad

nl

Man & Mode

1 oktober 2010, 20.43 uur · Aangepast 1 oktober 2010, 21.25 uur

In het kader van de journalistiek toogden uwer Ouwe Zeikwijf alsmede uw Max Molovich, beiden verwoede twitteraars, naar de zogenoemde "twitter preview" van de expo "Man & Mode" in het Historisch Museum.

In het kader van de journalistiek toogden uwer Ouwe Zeikwijf alsmede uw Max Molovich, beiden  verwoede twitteraars, naar de zogenoemde "twitter preview" van de expo "Man & Mode" in het Historisch Museum.

Een onbegrijpelijke bedoening.

Een handvol twitteraars sjokte drie kwartier achter de conservatrice van het museum aan, en luisterde aandachtvol naar haar verhaal. Dat was het gedeelte: achter de conservatrice aansjokken en luisteren naar haar verhaal. Vervolgens kreeg je in twee en een halve minuut een bliksemuitleg  over het ict-gedeelte van de tentoonstelling. Dat was zo over en niet te volgen.

We kregen een pasje in handen gedouwd waarmee we op de foto moesten, die vervolgens online zou gaan. Of in ieder geval, dat is wat ik ervan begreep. Collega Molovich, zijn zoon en ik stonden in de rij, alwaar we elkaar na een minuut of 10 aankeken en besloten een pilsje te gaan drinken.

Bij de bar aangekomen troffen we de voltallige ict-afdeling aan: twee jongens die van hun hobby een opdracht hebben gemaakt, en ons, het vee, blijmoedig hebben opgezadeld met de onnavolgbare vruchten van hun interesse. Verder geen spoor van de opgetrommelde twitteraars, waardoor het begrip "borrel na afloop" een wat desolate weerklank kreeg.

Terwijl we dankbaar aan onze drankspijzen nipten vertrouwde Molovich mij toe dat hij gedurende de rondleiding daarover had getwitterd (als enige in de groep) maar dat niemand had gereageerd. Al met al vond ik dit een schoolvoorbeeld van de trend om multimedia er overal met de haren bij te slepen, vooral bij zaken die daar echt niet om schreeuwen. Iedereen wil coûte que coûte
interactief zijn. Dàt is de mode van deze dag.

Gelukkig hebben we een paar mieterse items kunnen aanschouwen. Het trouwpak van Job Cohen, bijvoorbeeld: een deux-pieces van licht bruin varkensleer uit de jaren dinges, met dito riem om het midden. Een geweldig hip exemplaar, dat je je met moeite op onze ex-burgermeester kan
voorstellen. Opvallende details: geen stropdas, en een overhemd dat niet oorspronkelijk was (het echte overhemd is op de erbij tentoongestelde foto te zien). Of de kleding van de directeur van het Hilton die "zakelijkheid op een persoonlijke manier wil uitdragen" en bijzonder veel aandacht aan zijn maatpakken besteedt: zelden zo'n lelijk en doorsnee pak gezien.

De rode draad in de expo was "mannen met lef". Op de weg heen had ik in de tram een voortreffelijk voorbeeld van belangstelling voor het uiterlijk voor mij zitten: een flamboyant Moluks echtpaar, de vrouw van top tot teen in glimmend rood gestoken, de man in een colbert van helder paars fluweel geborduurd met allerlei versiersels, en met een kekke zonnebril op. Op de weg terug stapte een jongen in met een t-shirt aan waarop pronkte: I [heart] Roma. Ik moest aan de mannen met lef denken. Had deze jongen lef?

We zijn nu uren later - ik vraag het me nog steeds af.