Inwoners van Noord en West voelen zich van alle Amsterdammers het vaakst onveilig en zijn ook meer dan anderen slachtoffer van criminaliteit. Toch nemen ze zelf relatief weinig maatregelen om criminaliteit tegen te gaan.
Dat blijkt uit cijfers uit de Veiligheidsmonitor 2014 die het CBS, Ministerie van Veiligheid en Justitie, en de Nationale Politie vandaag publiceerden. Meer dan de helft van de inwoners van de politiedistricten Noord en West (die indeling wijkt af van de stadsdelen, zie het kaartje) voelen zich onveilig op hangplekken van jongeren. Landelijk is dat iets meer dan 40 procent. 1 op de 20 inwoners van West voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt, dat is ongeveer het dubbele aantal ten opzichte van de rest van de stad.
LocalFocus heeft de enquête-uitslagen vanaf 2012 per politiedistrict op een rij gezet.
Dat inwoners van West en Noord zich het vaakst onveilig voelen is niet verbazingwekkend: ruim 1 op de 3 was in 2014 slachtoffer van een misdrijf. Dat is bijna twee keer zo veel als in de rest van Nederland. Geweldsdelicten komen het vaakst voor in Noord, net als mishandeling, bedreiging, (poging tot) inbraak en vandalisme.
Opvallend genoeg doen Amsterdammers uit Noord en West relatief weinig aan criminaliteitspreventie. Als ze niet thuis zijn laten ze het licht zelden aan, waardevolle spullen laten ze vaak gewoon in de auto liggen en maar weinig hebben een alarminstallatie, buitenverlichting en/of extra veiligheidssloten op hun buitendeuren.