Start van hoofdcontent

Stad

nl

Bijna nergens toezichthouders op strand: 'Veiligheid is aan de ouders'

7 mei 2018, 21.04 uur · Aangepast 7 mei 2018, 23.41 uur

De gemeente wijst wel officiële zwemplekken aan waar veilig gezwommen zou kunnen worden, maar zet bijna nergens toezichthouders in. Ook bij bijvoorbeeld de Sloterplas, waar in twee jaar tijd twee zwemmers verdronken, staan alleen waarschuwingsborden.

De Amsterdamse stadsstranden worden goed bezocht, maar toezicht is er amper. De gemeente plaatst op de stadsstranden alleen waarschuwingsborden en een 'drijvende lijn' op plekken waar het dieper dan 1.40 meter is.

De centrale stad heeft zes buitenzwemplekken aangewezen, zonder strandwachten neer te zetten. Zo wordt geen gevoel van schijnveiligheid gecreëerd, laat een woordvoerder weten. Bovendien is de gemeente dan niet juridisch aansprakelijk. Stadsdelen mogen wel toezichthouders inzetten, maar doen dit vaak niet.

Lees ook: Meisje (5) verdronken in Sloterplas

Nieuw West, waar twee buitenzwemplekken zijn, doet dit ook niet. In 2016 verdronk een zwemmer in de Sloterplas, en vorig jaar gebeurde dat opnieuw. Het slachtoffer was een meisje van vijf. Stadsdeelvoorzitter Baâdoud laat weten na onderzoek van het Nederlands Instituut Veiligheid Zwemlocaties af te hebben gezien van zwemtoezicht.

Lees ook: Jongetje (5) verdronken bij strandje op IJburg

Ook in Zuidoost let er niemand op de zwemmers. Stadsdeel Oost zet op Blijburg wel mensen in. 'Ze houden zich vooral bezig met de mensen die op het strand liggen. Ze bieden ook sport- en spelactiviteiten aan. Maar als er iets gebeurt, hebben ze wel een EHBO-cursus gehad. Dus ze kunnen allemaal echt helpen als het nodig is. Maar het is echt aan de ouders om ervoor te zorgen dat die kinderen veilig in het water spelen', zegt Ivar Manuel, voorzitter van de bestuurscommissie Oost.

Al is het geen professionele strandwacht, alle toezicht helpt, volgens de Amsterdamse Reddingsbrigade. 'Dat kan al heel goed helpen om het veiliger te maken. En als er daadwerkelijk wat gebeurt, dat mensen daarop kunnen anticiperen. En dat de professionele hulpdiensten ook snel ter plaatse kunnen zijn', zegt Walter Weg van de Amsterdamse Reddingsbrigade.