Tot dit weekeinde was Ajax in de titelstrijd afhankelijk van PSV. Na de 4-1-thuiszege op Excelsior en het verlies van PSV bij Feyenoord hebben de Amsterdammers het weer in eigen hand.
Ajax, dat nu tweede staat, speelt in de laatste competitiewedstrijd thuis tegen koploper FC Twente dat een punt meer heeft. De overwinning op Excelsior kwam moeizaam tot stand. Ajax kwam snel op voorsprong, maar kon niet doordrukken. Excelsior kreeg de betere kansen en kwam verdiend op gelijke hoogte. Het duurde tot bijna twintig minuten voor tijd tot Ajax het verschil maakte.
Ajax is in matige vorm en kwam ook zondag nauwelijks aan goed voetbal toe. Spits Mounir El Hamdaoui loopt er verloren bij en op het middenveld kwam spelmaker Christian Eriksen zelden in het stuk voor. Het leek wel of de voorsprong van Feyenoord tegen PSV de Ajacieden in de slotfase tot leven moest wekken.
Dat terwijl Lorenzo Ebecilio de thuisploeg al in de dertiende minuut op voorsprong zette. Zijn schot werd door een verdediger van Excelsior nog van richting veranderd. Ajax weigerde door te zetten en de bezoekers kwamen na rust terug. Daan Bovenberg kopte raak nadat Roland Bergkamp en Guyon Fernandez eerder al dichtbij een kopdoelpunt waren.
In de laatste twintig minuten leek Ajax pas te beseffen wat er op het spel stond. Eriksen maakte de 2-1 en even later mocht Ebecilio zijn tweede treffer aantekenen. Hij verdubbelde daarmee zijn productie van dit seizoen. Siem de Jong maakte in de slotminuten zelfs nog de 4-1 met een prachtige omhaal.
Zo heeft Ajax met een uitwedstrijd tegen sc Heerenveen en de kraker tegen FC Twente nog goede kansen om het eerste kampioenschap sinds 2004 binnen te halen.