Stad
Bluescafé Maloe Melo vreest voortbestaan
Maloe Melo, het roemruchte bluescafé aan de Lijnbaansgracht, vreest voor zijn voortbestaan. Het is de plek waar menig Amsterdamse muzikant zijn eerste noten speelde en ook grootheden als Bruce Springsteen, Jeff Healey en Herman Brood hebben er op het podium gestaan. Volgens de eigenaar wordt hij de dupe van de strenge geluidsnormen die de gemeente hem oplegt.
'Het is ook niet dat je 120 db moet gaan spelen, dat zijn gestoorde hoeveelheden. Daar krijgt iedereen last van, maar het moet wel een beetje op niveau. Het is Rock & Roll, dat volume moet ballen hebben', legt muzikant Jorrit Makinga van de Giant Tiger Hooch uit.
'Dit is al voor een half miljoen geïsoleerd. Hier kan niets meer geïsoleerd worden. De enige andere optie is oprotten', vertelt eigenaar Jurriaan Scherpenzeel. Met en eventueel vertrek van Maloe Melo zou zou dertig jaar livemuziekhistorie verloren gaan. 'Toen ik hier in '85 begon, toen had je hier vier verschillende livemuziektenten. Je had hier vlak naast een homocafé, waar die jongens met hun blote konten allemaal rondliepen. Dat was allemaal op dit stukje gracht.'
Die andere clubs verdwenen en in 2011 bestempelde de gemeente dit gebied tot woongebied. 'Het punt is dat er bij de gemeente een heleboel gasten zitten die van buiten de stad komen, die hebben niets met Amsterdam. Die proberen enkel de lettertjes na te leven', aldus Scherpenzeel.
Een aantal muzikanten en bands zamelen nu geld in voor advocatenkosten en dan toch nog wat extra isolatiemateriaal in de hoop dat Maloe Melo het redt.