Start van hoofdcontent

Stad

nl

LHBTIQ+ serie: Waar staat die + eigenlijk voor?

5 augustus 2018, 07.00 uur · Aangepast 5 augustus 2018, 11.00 uur

Lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse en queer. Dat is waar de letters van de afkorting LHBTIQ+ voor staan. In het kader van Pride Amsterdam maakt AT5 de LHBTIQ+ portrettenreeks. Vandaag de ‘+’. Waar staat die eigenlijk voor?

Door te kiezen voor deze letters (LHBTIQ) en hier portretten bij te maken probeerden we een zo breed mogelijk beeld te geven van de gemeenschap waar de Pride Amsterdam voor wordt georganiseerd. De '+' verraadt echter dat die gemeenschap nog véél breder is.

LHBTIQAP
Zo wordt de 'A' van aseksueel ook vaak toegevoegd aan het rijtje. Aseksuele mensen worden vaak gezien als mensen zonder geaardheid, maar dat is niet helemaal terecht. Er zijn namelijk ook aseksuelen die wel degelijk gevoelens voor een ander hebben en romantische relaties aangaan, maar geen behoefte hebben aan seks. Mensen die ook geen romantische aantrekkingskracht voelen worden ook wel aromantisch genoemd.

Ook de P van panseksueel komt vaak voor. Panseksuele mensen hebben geen uitgesproken voorkeur voor een bepaald geslacht, maar zouden op alle genderidentiteiten kunnen vallen: mannen, vrouwen, transgenders, interseksen. Ze zijn in zekere zin 'blind' voor gender.

Lees ook: LHBTIQ+ serie: Het taboe op intersekse: niemand vertelde Juliette wat ze had

Straight Allies

Minder bekend is de S van Straight Allies: Heteroseksuelen die strijden tegen homofobie en zich inzetten voor de emancipatie van de LHBTIQ+-gemeenschap. Jens van Tricht ziet zijn organisatie Emancipator niet per se als Straight Ally. 'We zijn zeker niet allemaal even straight en stellen die hele indeling bovendien ter discussie.' Hij ziet zichzelf als onderdeel van de wereldwijde beweging voor gender justice waarin de LHBTQI+-beweging een belangrijke rol speelt. Zijn organisatie probeert mannen te betrekken in het streven naar gendergelijkheid en merkt dat dit eigenlijk onmogelijk is zonder te strijden tegen homofobie.

'Eigenlijk zitten alle mannen in de kast, ook hetero-mannen', stelt Van Tricht. 'Ze worden enorm beperkt door de hetero-norm, die bepaalt dat je moet mee lachen om een vrouwonvriendelijk grapje, dat je niet te comfortabel kan zijn met fysiek contact met andere mannen. Als je afwijkt van die norm, ben je al snel een 'mietje'. Vrouwelijk gedrag wordt meteen geassocieerd met homoseksualiteit.'

Volgens Van Tricht is vooral belangrijk dat heteroseksuele mannen zich durven uit te spreken. 'Na een workshop of lezing komen regelmatig mensen – man en vrouw – naar me toe om te vragen of ik misschien homo ben. Alsof ze dan weer zouden kunnen begrijpen dat ik me met dit onderwerp bezig houdt. Ook je uitspreken over gendergelijkheid hoort niet bij het hokje van heteroseksualiteit. Terwijl, als heteroseksuele mannen geen onderdeel worden van de oplossing, dan blijven ze onderdeel van het probleem. Mannen moeten het er gewoon over kunnen hebben met vrienden en bij zichzelf nagaan wat zij kunnen doen. Ga bijvoorbeeld eens naar een pride-evenement!'

Lees ook: LHBTIQ+ serie: Chris wist van kinds af aan dat hij geen meisje was

En verder?

Zelfs met de A, P en S zijn we er nog niet. Er blijven groepen mensen die zich niet kunnen identificeren met de bestaande categorieën en het is niet uitgesloten dat er nog meer letters bijkomen. Dat beeld herkent ook Laurens Buijs, Socioloog in Gender Studies aan de UvA. 'Ik zag laatst zelfs een lijstje met iets van twintig letters voorbij komen', lacht hij.

Dat roept ook de vraag op: Werkt het lettersysteem nog wel? Buijs: 'Het is wat dubbel. Toen ik in 2000 naar Amsterdam kwam ging het altijd over de 'gay-scene', en heette de Canal Parade nog de 'gay-parade'. Lesbiennes en transgenders dachten vaak: 'En wij dan?'.

Daarom werd de term lhbt in het leven geroepen. 'Het doel was om inclusiever te worden, maar je merkt al snel dat er nieuwe categorieën en dus nieuwe letters zijn. Dat wringt soms een beetje, maar dat vind ik juist wel goed. Die discussie is nodig'.

Of we af moeten van al die letters, wil Buijs niet zeggen. 'Er is veel bereikt, dit is wel een stap vooruit geweest. Wel ziet hij een beweging weg van de LHBTQI-termen. 'De jonge generatie wil minder aangesproken worden op hun seksualiteit en gender. Uiteindelijk moeten we naar een wereld toe waarin het niet meer uitmaakt en waarin alles door elkaar loopt. Een wereld waarin het gaat om de ervaringen in plaats van de categorie. Maar dat is misschien wel erg utopisch'.