Start van hoofdcontent

Politiek

nl

Halsema over brandweerrapport: 'Kom uit die loopgraven allemaal'

19 december 2018, 18.06 uur · Aangepast 19 december 2018, 18.49 uur

De modernisering van de brandweer moet doorgezet worden, maar het is ook tijd dat de korpsleiding en de andere werknemers van de brandweer met elkaar in gesprek gaan. Burgemeester Femke Halsema onderschrijft de belangrijkste conclusies van het rapport van oud-Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm.

Dat de spanningen binnen de brandweer sinds het aantreden van commandant Leen Schaap zijn toegenomen, is volgens haar geen verrassing. 'Leen Schaap is op dit moment kop-van-jut, maar dat komt ook omdat hij hele stevige maatregelen heeft genomen, die ook noodzakelijk waren', zegt Halsema tegen AT5. 

Lees ook: Van Uhm: modernisering brandweer moet doorgaan ondanks gebrek aan vertrouwen

'Voor het eerst in twintig jaar worden er zulke stevige maatregelen genomen. Het is niet zo gek dat er er dan tijdelijk sprake is van verslechtering van de onderlinge verhoudingen. Maar dat moet dan wel tijdelijk zijn.'

Gesprekken weer opstarten
In het rapport van Van Uhm staat dat het vertrouwen tussen de korpsleiding en de rest van de brandweer hersteld moet worden. En dat mag niet te lang meer duren volgens de burgemeester. Een nieuwe plaatsvervangend commandant krijgt als belangrijkste opdracht mee om de gesprekken tussen de korpsleiding en onder andere de ondernemingsraad weer op te starten.

'Ik ben wel een tikkie ongeduldig onderhand', geeft Halsema toe. 'We willen het komende half jaar wel resultaten zien.'

'Brandweer moet goed functioneren'
Ondanks de problemen zegt de burgemeester nog steeds in een goede afloop van het hervormingsproces bij de brandweer te geloven. 'Het gaat hier om de brandweer, hè. Die is zo belangrijk voor de stad, die moet gewoon goed functioneren', aldus Halsema.

'Ik zou als belangrijkste boodschap willen geven: Kom uit die loopgraven allemaal. We zijn aan het werk voor de veiligheid van de Amsterdamse inwoners en dan kunnen we ons niet te veel emoties permitteren.'