Start van hoofdcontent

Stad

nl

De vader van Tinie IJisberg leidde de Februaristaking: 'Hij heeft het ook voor ons gedaan'

25 februari 2019, 18.29 uur · Aangepast 25 februari 2019, 23.14 uur

Tramconducteur Johan IJisberg was één van de leiders van de staking, vandaag 78 jaar geleden. Zijn daad van verzet moest hij met de dood gekopen. Zijn dochter Tinie was toen drie jaar oud, maar de gebeurtenis beheerst nog altijd haar leven.

IJisbergs actie werd gevolgd door tienduizenden Amsterdammers die het werk ook neerlegden uit protest tegen de razzia's waarbij ruim 400 Joodse mannen werden afgevoerd. 

Op 25 februari 1941 ging Johan IJisberg met de personeelsophaalwagen naar de tramremise Havenstraat. 'Hij zei: 'Vandaag wordt er niet gewerkt', vertelt dochter Tinie. 'Hij was ervan overtuigd dat de staking door zou gaan.' 

Risicovol
Johan IJisberg sprong op de nog rijdende trams en maande zijn collega's tot stoppen. Een risicovolle daad van verzet. Voor hem maar ook voor zijn collega's van het GVB. Maar het lukte. 'Hij kon goed praten en er was veel onrust en woede onder de mensen. Ze maakten in die trams ook relletjes en toestanden mee.'

Tinie IJisberg

De februaristaking was de eerste en enige grootschalige verzetsactie tegen de Duitse bezetter in Nederland. Na twee dagen beëindigden de Duitsers de staking met bruut geweld. Hierbij vielen negen doden en 24 zwaargewonden.

Tinie's vader gaat gewoon weer aan het werk maar werd een half jaar later alsnog opgepakt. Vanuit de gevangenis schreef hij zo'n 500 briefjes die hij verstopte tussen de vuile was die zijn vrouw steeds kwam ophalen.

Lees ook: Fototentoonstelling over Februaristaking in Rivierenbuurt

Gefusilleerd
Op 19 november 1942 werd IJisberg door de Duitsers gefusilleerd bij Soesterberg. Tinie was toen nog maar een peuter en heeft haar vader dus nauwelijks gekend. Ze is trots op hem dat hij voor anderen is opgekomen met gevaar voor eigen leven.

'Ik had heel graag een vader willen hebben, maar we vonden het ook goed wat hij gedaan heeft. Want als je zelf goed wil leven, moet je ook om een ander denken, je moet ook naar een ander respect tonen en voor een ander leven. Hij had in die maatschappij niet kunnen leven, dus hij heeft het ook voor ons gedaan.'