Elisabeth 'Bep' Voskuijl, destijds de jongste helper in het Achterhuis, ontvangt postuum dit jaar de Michiel de Ruyter Prijs. Deze prijs is één van de Gouden Eeuw Awards, die sinds 2009 worden uitgereikt aan personen die zich op een creatieve manier onderscheiden in de samenleving.
De prijs zal morgen in ontvangst genomen worden door haar zoon, Joop van Wijk, tijdens de Canal Catwalk. 'Bep Voskuijl heeft samen met anderen een indrukwekkende heldendaad verricht en mede hierdoor kan het leven van Anne Frank ook in deze tijd aan jonge generaties zo volledig mogelijk worden overgebracht', zegt juryvoorzitter Phia Baruch over Bep.
Vorig jaar mochten Barbara Barend en Hulphond Nederland de Michiel de Ruyter Prijs in ontvangst nemen.
Het Achterhuis
Bep Voskuijl, die leefde van 1919 tot 1983, was ten tijde van de oorlog een kantoorbediende bij de vader van Anne Frank, Otto Frank. Voskuijl bracht levensmiddelen en kleren naar het Achterhuis, waar de familie Frank toen zat ondergedoken. Ook gaf ze op haar eigen naam cursussen waarmee Anne en Margot Frank Stenografie hebben geleerd.
In 1937 haalde Bep haar vader naar het bedrijf van Otto Frank. Hij zou later de beroemde draaiende boekenkast die naar het Achterhuis leidde in elkaar zetten. In 1945 leerde Bep Cor van Wijk kennen. Na de oorlog trouwden ze met elkaar en ze kregen vier kinderen. Eén van die vier kinderen neemt morgen de prijs in ontvangst.
Eretitel
Na de oorlog hielden Otto Frank en Bep Voskuijl goed contact met elkaar. In 1971 kregen Bep en andere helpers de eretitel Rechtvaardige onder de Volkeren. Bep heeft nooit uitgebreid gesproken over de gebeurtenissen in de oorlog.
In 2015 verscheen een boek over haar rol in de oorlog, gebaseerd op onder andere teksten uit het Dagboek van Anne Frank. Een boek dat ze zelf overigens nooit heeft kunnen lezen, want Bep Voskuijl overleed ver voordat het werd uitgebracht. Bep werd begraven op de Nieuwe Ooster in een algemeen graf, dat inmiddels is geruimd.