Het aantal ambulances dat in Noord-Holland en Flevoland moet omrijden is in drie jaar tijd verdubbeld. In Amsterdam komt het het vaakst voor dat een spoedafdeling vol zit en een ambulance dus naar een ander ziekenhuis moet rijden.
Dat blijkt uit cijfers die zijn opgevraagd door het NRC. Onder meer door personeelstekorten en bezuinigingen zijn spoedeisende hulpafdelingen van ziekenhuizen regelmatig vol. Om te voorkomen dat patiënten te lang moeten wachten, kunnen ziekenhuizen een tijdelijke patiëntenstop inlassen. Dit houdt in dat ambulances niet naar dat ziekenhuis rijden, tenzij patiënten in direct levensgevaar zijn.
Lees ook: Ouderen steeds vaker op de eerste hulp; kunnen Amsterdamse ziekenhuizen de drukte nog wel aan?
Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat iemand in Oosterpark mee moet worden genomen door een ambulance, maar niet naar het OLVG-Oost wordt gebracht omdat dat ziekenhuis op dat moment een stop heeft op de spoedafdeling. De ambulance moet dan doorrijden naar bijvoorbeeld het AMC. Dit gebeurt wel alleen als de patiënt buiten direct levensgevaar verkeert.
In Amsterdam komen dit soort stops het vaakste voor van Noord-Holland en Flevoland. Twintig procent van de tijd is minstens één van de zes spoedafdelingen in de stad tijdelijk gesloten voor (de meeste) ambulances. Het gebeurt zelfs wel eens dat de helft van de afdelingen geen nieuwe patiënten meer opneemt. Een stop duurt meestal ongeveer twee uur, stelt het NRC.