Start van hoofdcontent

Cultuur

nl

Herdenking slavernijverleden krijgt structurele financiële steun vanuit Den Haag

1 juli 2019, 13.49 uur · Aangepast 1 juli 2019, 14.37 uur · Foto: AT5

De regering gaat de herdenking van de afschaffing van de slavernij structureel financieren. Dat schrijft minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) in een brief aan de Tweede Kamer.

Op 18 september in 2018 nam de Kamer een motie aan, waarin werd gevraagd om onderzoek naar mogelijkheden om de herdenking structureel te financieren. Voorheen gebeurde dat alleen op projectbasis. 

'Het is van belang om deze jaarlijkse herdenking ook voor de toekomst te borgen. Wij hebben daarom besloten om de financiering van de herdenking bij het Nationaal Monument Slavernijverleden structureel in te bedden', schrijft Ollongren vandaag. 

Lees ook: LIVE bij de Keti Koti viering: de herdenking in het Oosterpark is van start

Daarom zal er vanaf 2020 een structurele en meerjarige financiering komen. Over hoe dat er precies uit zal zien, daar gaat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) nog met verschillende partijen over in gesprek. Het Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) en de gemeente Amsterdam krijgen daarbij een belangrijke rol. 

Pijnlijk verleden
Het kabinet hoopt op deze manier 'een pijnlijk verleden om te zetten in iets wat ons als samenleving verbindt in plaats van verdeelt'.

'Door stil te blijven staan bij deze betreurenswaardige periode in ons gedeelde verleden en bewustwording te stimuleren over de geschiedenis van personen van Afrikaanse afkomst in onze samenleving, zorgen wij ervoor dat de lessen uit het verleden niet worden vergeten en nog altijd relevant zijn voor de wijze waarop wij heden ten dage in diversiteit samenleven', staat in de brief.

Excuses
Naast het verzoek om een structurele financiering, vroeg Tweede Kamerlid Tunahan Kuzu (DENK) om formele excuses van het kabinet voor het slavernijverleden. 'Het kabinet kan de tijd niet terugdraaien, maar betreurt het ten zeerste dat slavernij onderdeel uitmaakt van onze gezamenlijke geschiedenis', luidt de reactie van de regering. 

'Evenals voorgaande kabinetten, heeft het kabinet diepe spijt en berouw over hoe Nederland is omgegaan met de menselijke waardigheid ten tijde van het slavernijverleden', staat er geschreven. De regering benadrukt dat het vooral belangrijk is om de dialoog hierover aan te blijven gaan. 

Lees ook: Waarschijnlijk volgend jaar excuses van Amsterdam voor slavernijverleden

Niet alleen met Nederlanders van Afrikaanse afkomst, maar in de samenleving in het hele Koninkrijk der Nederlanden. 'Het kabinet realiseert zich dat het slavernijverleden in het bijzonder ook de Caribische delen van het Koninkrijk raakt.'