De vrouw die de ecologische zorgboerderij De Boterbloem in de Lutkemeerpolder runt, moet de boerderij binnen twee weken verlaten. Dat heeft de rechter besloten.
Al op 29 mei 2018 werd de vrouw door de gemeente gesommeerd de boerderij als woonruimte op te geven. Zou zij niet vertrekken dan zou ze vanaf 15 oktober van dat jaar een dwangsom moeten gaan betalen. De vrouw maakte bezwaar, maar de gemeente verklaarde dat bezwaar in juni van dit jaar ongegrond. Tegen dat laatste besluit probeerde de vrouw nu een zogenaamde voorlopige voorziening te treffen bij de rechter, maar die wees haar verzoek gisteren af.
Lees ook: Wederom protest tegen sloop De Boterbloem: 'De strijd is nog niet gestreden'
Mag niet bewoond worden
De vrouw slaapt op zolder van de boerderij en gebruikt de keuken en het sanitair, dat eigenlijk bedoeld is voor bezoekers. Maar in het bestemmingsplan staat dat er niet gewoond mag worden op de boerderij.
De rechter heeft geoordeeld dat de gemeente de vrouw terecht gesommeerd heeft te vertrekken. Doet zij dat niet binnen twee weken, dan moet zij een dwangsom van negenduizend euro betalen. De vrouw had volgens de rechter kunnen weten dat ze moest verhuizen. Ze heeft daar gedurende de veertien maanden lopende procedure voldoende tijd voor gehad.
Bedrijventerrein Lutkemeerpolder
Er heerst al langer tijd onrust rond het voortbestaan van De Boterbloem zelf. In de Lutkemeerpolder moet een nieuw bedrijventerrein verrijzen. De zorgboerderij moet daarom terrein inleveren. De huidige uitbater gaf aan dat de de boerderij onder de nieuwe voorwaarden niet kon voortbestaan. De gemeente is daarom op zoek naar een nieuwe partij die de boerderij wel draaiende denkt te kunnen houden.
In een reactie zegt een woordvoerder van De Boterbloem: 'Zelf hebben we vorige week de gemeente benaderd om in gesprek te gaan over een voor beide partijen aanvaardbare oplossing. De gemeente heeft toegezegd om deze week met een reactie te komen. Omdat er nog steeds geen overeenkomst gesloten zijn met potentiële bouwers, denkt de Boterbloem dat het met bouwen nog niet zo'n vaart zal lopen.'