Start van hoofdcontent

Achtergrond

nl

Herdenking bevrijding Nederlands-Indië: ‘Zo weinig mensen weten wat daar gebeurd is’

15 augustus 2019, 07.00 uur · Aangepast 15 augustus 2019, 10.05 uur

De Amsterdamse zanger Sjors van der Panne treedt vandaag op bij de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 in Den Haag. ‘Ik voel me hiermee verbonden omdat ik een Indische achtergrond heb, én ik ben Nederlands. En dit gaat zowel Indische mensen als Nederlanders aan.’

De Japanse bezetter gaf zich vandaag 74 jaar geleden gewonnen, wat de bevrijding betekende van de toenmalige kolonie Nederlands-Indië. Van der Panne, die zelf Indische roots heeft, houdt zich sinds een paar jaar meer bezig met deze geschiedenis.

'Eerder deed het me niet veel, maar hoe meer ik me erin verdiep, hoe meer ik erover wil weten. Ik denk dat jongeren van nu al helemaal niks weten hierover, en dat terwijl dit echt gaat over ónze geschiedenis.'

Jappenkamp
De bezetting had directe invloed op de familie van Van der Panne. Net als Nazi-Duitsland hielden de Japanners er curieuze rassentheorieën op na, alleen wilden zij het Aziatisch ras zuiver houden. Dit ontpopte vaak in vreemde situaties onder indo’s, Indonesiërs met Nederlands bloed.

Max Hagenstein, Van der Pannes grootvader, moest hoewel hij een donkere kleur had toch een Jappenkamp in. Hij zou té Nederlands zijn. Grootmoeder Mien daarentegen hoefde dat niet, ondanks haar lichtere huidskleur. Zij was volgens de toetsing Indonesisch genoeg. Hagenstein overleefde het kamp, volgens Van der Panne door van zijn technische vaardigheden gebruik te maken.

'Hij repareerde allerlei horloges en apparaten voor de Japanners en ook medegevangenen. Vaak in ruil voor wat eten en drinken.'

Het Indische zwijgen
Over de oorlog praten, dat deden de grootouders van Van der Panne niet of nauwelijks. ‘Mijn oma is nu 96 en echt mijn vriendin. Ze vertelt niks uit zichzelf, maar ik kan wel heel veel vragen, ze kan zich veel herinneren.’ Maar volgens de zanger is het zwijgen over het pijnlijke verleden een typisch Indische trek.

Oma Mien Hernaus en opa Max Hagenstein.

‘Ik denk dat het voor veel Indo’s een manier was om zich volledig aan te willen passen, toen ze hier in Nederland aankwamen.’ Volgens Van der Panne waren de Indische migranten niet echt welkom in het land, hoewel ze er alles aan deden erbij te horen. ‘Mijn moeder mocht van mijn oma niet eens met Indische vriendinnetjes omgaan. Want daar kreeg ze zo’n gek accent van. En daarmee werd je gepest op school.’

Gezamenlijke geschiedenis
Ergens ziet Van der Panne iets moois in het niet praten over de oorlogsgeschiedenis. ‘Er gaat heel veel kracht vanuit. Om je zo erg aan te passen dat je niet over dit soort dingen praat. Dat verdient respect.’ Tegelijkertijd vindt hij dat dit niet betekent dat Nederland dit deel van haar geschiedenis ook kan verzwijgen.

'De eerste Indo’s in Nederland hebben nooit om respect gevraagd en begrip, maar ze verdienen dat verdomme wel. Het gaat om onze gezamenlijke geschiedenis.'