Nu daklozen overdag vrijwel nergens meer terecht kunnen, pleiten verschillende partijen voor een 24-uursopvang. Maar volgens wethouder Rutger Groot Wassink raadt de GGD dat sterk af. Hij wil zich vooral richten op het afschalen van de winteropvang.
'Het samenscholen van groepen mensen geeft een grotere kans op besmetting en verspreiding. Het is beter dat mensen zich individueel in de buitenlucht bewegen', zo gaf de wethouder vandaag aan tijdens een commissievergadering in de Stopera.
Meerdere raadsleden vroegen hem hoe er, nu mensen vanwege het coronavirus zoveel mogelijk binnen moeten blijven, wordt omgegaan met daklozen. De winteropvang aan de Transformatorweg is namelijk alleen in de avond, nacht en het begin van de ochtend open.
Toiletten
Raadslid Femke Roosma (GroenLinks) benadrukte dat daklozen daardoor overdag geen gebruik kunnen maken van sanitaire voorzieningen. 'Ze kunnen nu bijvoorbeeld niet naar de bibliotheek. Kunnen er dan in elk geval noodtoiletten komen?', vroeg ze zich af.
'We moeten de groepen echt kleiner maken'
Winteropvang
De wethouder gaf aan de suggestie mee te willen nemen. Maar zijn focus ligt nu op het afschalen van de winteropvang, zo liet hij weten. 'We moeten de groepen echt kleiner maken', aldus Groot Wassink. 'We gaan voor maximaal 150 mensen, verdeeld in drie compartimenten van 50.'
Een gedeelte van de daklozen moet daarom elders opgevangen worden. Het college wil dat gaan doen in een sporthal. Ook moeten 43 Oost-Europese daklozen naar hun thuisland worden gebracht, waardoor er meer bedden vrijkomen.
'Het is toch vrij risicovol als mensen gewoon op straat lopen'
Hotelkamers
Toch konden sommige raadsleden het idee van een 24-uursopvang niet loslaten. Jazie Veldhuyzen (Bij1) deed daarom de suggestie dat de leegstaande hotelkamers ook dienst zouden kunnen doen als 24-uursopvang. 'Dat lijkt me toch beter voor alle Amsterdammers', vond hij. 'Het is anders vrij risicovol, als mensen gewoon op straat lopen. Bovendien komen ze elkaar 's avonds wel weer tegen.'
Groot Wassink reageerde daar lichtelijk geïrriteerd op. 'Ik ben geen medicus en u volgens mij ook niet. Ik vind dat ik moet varen op medische kennis van GGD. Als het advies heel sterk is, zie ik mij genoodzaakt daar aan te houden.'
Isolatieplekken
Wel gaf de wethouder aan de komende tijd onderzoek te willen doen naar wat er verder nog nodig is. 'Zo zoeken we ook nog naar isolatieplekken. Op het moment dat iemand ziek is, moeten we daar plaats voor hebben.'