De verlaten woningen aan de Joan Muyskenweg vertellen het verhaal. Alle bewoners hoorden twee dagen na de brand al dat ze voor in ieder geval drie maanden niet naar huis zouden kunnen. De bovenste etages, waar de brand in de avond en nacht van 3 op 4 juni heeft gewoed, moeten vrezen voor jaren. En dus stonden 95 huishoudens op straat. Sommigen hadden niets meer, anderen slechts waterschade. Een nieuwe woning vinden was voor huisvester Vesteda de opgave. 

Op eigen houtje

Uit gesprekken met verschillende bewoners blijkt dat die alternatieve woonruimte die bewoners is aangeboden van wisselende kwaliteit is. Er zijn gezinnen met prioriteit geholpen aan vergelijkbare huizen, maar tegelijkertijd hebben anderen ervoor gekozen om het zelf te regelen, onder andere omdat het vertrouwen in een passende woning minimaal was. Dat betreft een derde van het aantal bewoners dat hun huis kwijtraakte, blijkt uit cijfers van Vesteda. 

"Wat wij verder weten is dat een derde het eerste aanbod heeft geaccepteerd", aldus Astrid Schlüter, operationeel directeur van Vesteda. "Nog een derde heeft het eerste aanbod geweigerd en daarvan heeft de helft inmiddels een tweede aanbod ontvangen en van de andere helft wachten we nog op een reactie."

Wensenlijst

Dat er toch een deel niet tevreden is met de hulp van de huisvester ligt aan verschillende zaken. Het aanbod strookte niet met de wensen, bijvoorbeeld een hele andere buurt of een stuk minder ruimte, zo gaven bewoners in gesprek met AT5 aan. "Het is zo dat sommige mensen - dat respecteren we ook - een uitgebreide wensenlijst hebben", reageert Schlüter. "Ik denk ook dat het goed is dat ze het zelf doen en dat vind ik ook ontzettend knap. Ik denk ook dat het er zeker mee te maken heeft dat collegaverhuurders hen met voorrang hebben geholpen."

Daarnaast geeft ze aan dat er voor alle bewoners geldt dat er 15 procent compensatie wordt aangeboden door Vesteda als de huurprijs hoger is dan voor de onbewoonbare woning aan de Joan Muyskenweg. 

Woningen schaars

Tegelijkertijd is het slechts vijf weken na de brand en is het speelveld niet gemakkelijk. "In Amsterdam zijn de woningen vrij schaars", geeft Schlüter aan. "Dus het is niet zo dat wij op dit moment 95 exact dezelfde woningen hebben in deze omgeving. Dus we hebben wel gezocht naar woningen in Amsterdam, alleen soms is dat in Zuidoost geweest en soms in West. Elke bewoner heeft zijn persoonlijke overwegingen om daar wel of geen gebruik van te maken."

Zorgen bij de buren

Daarnaast zijn er zorgen in het naastgelegen pand. In Enter 4 woedde de brand, maar de bewoners van Enter 6 wonen allemaal weer thuis. Het is een vergelijkbaar pand en dus vragen zij zich af of ze wel veilig zijn. "Dat begrijp ik heel goed", vertelt Schlüter. "De bewoners konden eigenlijk gelijk weer terug, maar sinds dat moment loopt er een brandwacht. Vier in de nacht, twee overdag. 24 uur per dag en 7 dagen in de week dus. Dat hebben we gedaan omdat we zeker willen weten wat de oorzaak van de brand is. Lopen ze risico? Zo lang we dat niet weten en het verloop van de brand niet weten, vinden we dat ook fijn."

Tot slot is dat nog altijd een groot vraagteken: wat is de oorzaak van de brand geweest en welke factoren hebben een rol gespeeld bij de verspreiding van het vuur? "We zijn in afwachting van de rapporten", aldus Schlüter. "Ik verwacht wel dat ze nu snel gaan komen. Dat is voor ons ontzettend belangrijk om te zien wat de oorzaak van de brand is geweest en hoe het verloop is geweest. En ook wat we daaruit kunnen leren eventueel."