Deel Slotermeer is openluchtmuseum

Van Eesteren stond aan de wieg van het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam (AUP) uit 1935. Van Eesteren, toen werkzaam bij de gemeente Amsterdam, hanteerde 'licht, lucht en ruimte' als principe bij de aanleg van nieuwe woonwijken. De 'functionele stad' stond centraal: wonen, werken, recreëren en verkeer werden gescheiden. Op basis van het AUP zijn na de oorlog de Westelijke Tuinsteden aangelegd.

Het buitenmuseum brengt de woningen, scholen, winkels, parken, pleinen en straten in Slotermeer onder de aandacht. Rondleidingen en informatieborden moeten bezoekers op de hoogte stellen van de cultuurhistorische waarde van de woningen en flats. Het hart van het museum is een expositieruimte aan de Burgemeester de Vlugtlaan met een vaste tentoonstelling over Van Eesteren en de bouw van Amsterdam Nieuw-West en wisselende exposities.

Het museum, een initiatief van het stadsdeel, wil aantonen dat Amsterdam Nieuw-West het hoogtepunt vormt van de naoorlogse stedenbouw en architectuur in Nederland. De wijk in Slotermeer die tot openluchtmuseum is bestempeld, dreigde enkele jaren geleden ten prooi te vallen aan de slopershamer in het kader van een grootschalige stedelijke vernieuwingsoperatie. In 2007 is de wijk aangewezen als beschermd stadsgezicht.

Voor de toekomst heeft het Van Eesterenmuseum grote ambities. Zo moet aan de Sloterplas het Maison d'artiste verrijzen dat Van Eesteren samen met Theo van Doesburg heeft ontworpen voor de Stijl-expositie in Parijs in 1923. Het bleef bij een ontwerp, het is nooit gebouwd. Het zou 'een icoon' moeten vormen voor Nieuw-West.

Ook wil het museum een museumwoning inrichten volgens de ideeën van de stichting Goed Wonen in de jaren vijftig. Deze stichting propageerde moderne meubelen met een strakke vormgeving, om ruimte te winnen.