Start van hoofdcontent

Stad

nl

Brood

13 juli 2011, 19.18 uur · Aangepast 15 juli 2011, 18.28 uur

We zagen Theo van Gogh voorover gebogen op de interviewtafel. Daarachter stond Herman Brood met zijn broek op zijn knieën, zijn slappe piemel in de aanslag, en zijn papegaai op zijn schouder.

Ik weet niet meer waar ik was toen ik hoorde dat Herman Brood van het Hilton was gesprongen. Het was een beetje een drukkende dag, als ik het mij goed herinner. Van dat onpersoonlijke, kleurloze, benauwende zomerweer. Er zou onweer in de lucht kunnen hangen. Echt zo’n dag waarvan ik me kan voorstellen dat je er geen zin meer in hebt, als het toch al niet zo goed met je gaat.

En dat het niet goed met Herman Brood ging, dat kon iedereen zien. Ik had nog een interview met hem door Theo van Gogh gezien. Herman Brood zat daar met een papegaai op zijn schouder. Tijdens het interview, dat een klein half uur duurde, lukte het niet om meer dan vier vragen te beantwoorden, zo traag formuleerde Brood. Maar ondanks die traagheid, en ondanks het naderende einde dat zich zo duidelijk in hem manifesteerde, bleef Herman Brood even opgewekt, intelligent en grappig als hij altijd was geweest.

Aan het einde van het interview vroeg Theo van Gogh of Herman Brood nog één keer Saterday Night wilde zingen. Dat wilde Herman Brood wel, maar alleen als hij Theo van Gogh van achteren mocht nemen. Het beeld ging even op zwart en kwam daarna terug. We zagen Theo van Gogh voorover gebogen op de interviewtafel. Daarachter stond Herman Brood met zijn broek op zijn knieën, zijn slappe piemel in de aanslag, en zijn papegaai op zijn schouder. Hij begon het refrein van Saterday Night te zingen en beukte tegen het achterste van een schaterende Van Gogh.

Unieke beelden.