Start van hoofdcontent

Stad

nl

Robert M. betuigt spijt in rechtszaal

28 maart 2012, 14.35 uur · Aangepast 30 maart 2012, 11.05 uur

Robert M., hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, heeft woensdag verklaard spijt te hebben van zijn daden.

M. verklaarde 'spijt te hebben van het feit dat hij een mens is.' Volgens M. heeft hij zijn gevoelens voor kinderen lang kunnen bedwingen, maar ging het simpelweg niet meer. 'Ik heb gefaald, na tien jaar bedwingen kon ik het niet meer. Ik betreur de pijn die ik heb veroorzaakt. Het spijt me dat ik te laf was om een punt achter mijn leven te zetten, het spijt me dat ik mens ben.'

De 28-jarige M. kreeg woensdag uitvoerig de gelegenheid in een voorbereide verklaring zijn jeugd in Letland en latere leven over het voetlicht te brengen.

Uit dat relaas rees een beeld op van een door zijn drankzuchtige ouders verwaarloosde, eenzame jongen, die thuis ook fysiek werd mishandeld. Op school viel hij ten prooi aan pestende leeftijdgenoten, met wie hij voor het overige de aansluiting miste. M. ontwikkelde door die omstandigheden het verlangen om op te komen voor kinderen, zodat anderen dergelijke ellende zou worden bespaard. M. was als vrijwilliger actief voor diverse kinderrechtenorganisaties in Letland. Naar eigen zeggen werd hij een 'empathische spons'.

De rechtbank in Amsterdam is woensdag verder gegaan met de behandeling van de Amsterdamse zedenzaak.  De persoonlijke omstandigheden van de verdachten, Robert M. en zijn echtgenoot Richard van O. komen aan bod.

Robert M. staat terecht voor het misbruiken van 67 zeer jonge kinderen (de jongste was slechts 19 dagen), hoewel hij heeft bekend 87 slachtoffers te hebben gemaakt. Dat deed hij onder meer op de Amsterdamse kinderdagverblijven waar hij werkte en tijdens babysitten. Van O. zou hem hebben geholpen bij het plegen van deze misdrijven.