Soufiane B., hoofdverdachte in de zaak rond de dood van juwelier Fred Hund, beroept zich maandag in de rechtbank opnieuw op zijn zwijgrecht.
B., die vorige week al voor een aantal andere zaken voor de rechter stond, bleef tijdens eerdere zittingen ook zwijgen.
Volgens een verslaggever kwam B. glimlachend de rechtszaal binnen. Hij knipoogde zelfs even naar de publieke tribune, maar keek niet naar de familie van Fred Hund, de 66-jarige juwelier die in 2010 bij een overval op zijn zaak om het leven kwam.
Omdat de overval op klaarlichte dag plaatsvond zijn er veel getuigen van de dodelijke overval. Uit getuigenverklaringen blijkt echter dat er verschillende lezingen zijn over wie van de overvallers er precies heeft geschoten.
Opvallend is verder dat een bewakingscamera in de zaak van Fred Hund het niet deed. De dag voor de overvaller is de camera 'op niet reguliere wijze' uitgeschakeld, meldde de rechter maandag.
B. is in de ogen van de aanklager een prominent lid van een groep die het de afgelopen jaren op juweliers had gemunt. Vorige week eiste het OM celstraffen tot 3 jaar tegen de drie overige groepsleden voor hun rol bij een mislukte overval in Krommenie en de voorbereidingen op een juwelier in Bleiswijk. De verdachten werden in juli vorig jaar gearresteerd.
Fred Hund werd voor zijn zaak aan de Jan Evertsenstraat dodelijk getroffen door een kogel in zijn buik, nadat hij een van de twee overvallers naar buiten had gewerkt. Op een plastic tas en een sportschoen trof de recherche DNA-materiaal van Soufiane B. aan. Een dag eerder zou B. een Amsterdamse seksclub hebben overvallen. B. en zijn medeverdachten beroepen zich op hun zwijgrecht. De tweede verdachte in de zaak-Hund is nog spoorloos.