Het 'Marokkanendebat' in de Tweede Kamer stelde afgelopen nacht niet zo veel voor.
De PVV stond in de nacht van donderdag op vrijdag helemaal alleen in het zogenoemde 'Marokkanendebat', dat door PVV-leider Geert Wilders in december was aangevraagd na het overlijden van grensrechter Richard Nieuwenhuizen als gevolg van schoppen door Marokkaanse jongens.
De meeste Kamerfracties spraken in het debat hun ongenoegen uit over de titel van het debat, dat volgens de PVV moest gaan over het 'Marokkanenprobleem'. In de Kamer werd niet ontkend dat Marokkaanse jongens zijn oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers, maar niemand deelde de toon en de oplossingen van PVV-Kamerlid Joram van Klaveren.
Veel nieuwe inzichten leverde het debat niet op. Minister Lodewijjk Asscher van Sociale Zaken (ook verantwoordelijk voor integratie) legde het kabinetsbeleid uit. Asscher noemde de hoge criminaliteitscijfers onder Marokkaanse jongens 'onacceptabel' en zei dat daar onder meer hard lik-op-stuk-beleid op gevoerd moet worden. Maar tegelijk liggen er taken voor Jeugdzorg om zich met Marokkaanse gezinnen te bemoeien en moet iedereen als individu worden behandeld.
Van Klaveren deed Asschers verhaal af als een 'brij van clichés' en schamperde over 30 jaar 'gepamper' van de PvdA met allochtonen dat geen enkel probleem heeft opgelost. Asscher herhaalde dat het kabinet juist wel wil ingrijpen bij criminaliteit en tegelijk wil zorgen dat allochtonen zelfredzaam zijn, Nederlands leren en werk vinden.
Asscher was het oneens met de SP in de analyse van de segregatie in buurten. Volgens de PvdA-minister moet er geen verplichting komen om autochtone kinderen op zwarte scholen te plaatsen, maar moet de kwaliteit van zwakke scholen simpelweg omhoog.