Dino Soerel, Ali A. en Sjaak B, allen verdachten in het Amsterdamse liquidatieproces Passage, hebben aangifte gedaan tegen Peter la S., kroongetuige in datzelfde proces.
Het drietal heeft de Amsterdamse hoofdofficier van justitie Herman Bolhaar gevraagd La S. te vervolgen wegens de moord op drugshandelaar Gerrie Bethlehem.
Dat heeft advocaat Nico Meijering woensdag medegedeeld. Het kantoor van Meijering behartigt de belangen van de drie aangevers in het Passageproces. Het Openbaar Ministerie bevestigde woensdag dat het de aangifte heeft ontvangen. Het stuk wordt bestudeerd, aldus een woordvoerster.
Gerrie Bethlehem werd in het voorjaar van 2002 doodgeschoten. Zijn lichaam werd op 9 april 2002 opgevist uit het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Loenen en Nigtevecht. Het dossier-Bethlehem maakt formeel geen deel uit van de megazaak Passage, maar kroongetuige La S. heeft er wel over verklaard. Een conflict over een partij drugs zou Bethlehem de kop hebben gekost.
La S. is evenwel niet de enige die over de dood van Bethlehem heeft verklaard. Vorig jaar deden twee anonieme getuigen van de verdediging hun intrede in het proces en zij verklaarden dat La S. hen heeft onthuld dat hij Bethlehem heeft vermoord. Ook Passageverdachte Jesse R. heeft La S. aangewezen als een van de schutters - de inmiddels overleden Richard Ebeli zou eveneens hebben geschoten. R. en La S. zijn gewezen vrienden, La S. dankt naar eigen zeggen veel van zijn kroongetuigenkennis aan verhalen van R.
De afgelopen periode hebben enkele advocaten, onder wie Meijering, tevergeefs geprobeerd het dossier-Bethlehem in Passage gevoegd te krijgen, om de betrouwbaarheid van kroongetuige La S. te kunnen controleren. De rechtbank gaf geen gehoor aan dat verzoek. De raadslieden menen dat La S. wisselend en tegenstrijdig heeft verklaard over de kwestie.
Soerel en de andere aangevers willen dat de vervolging van La S. wegens de moord op Bethlehem wordt meegenomen in het lopende proces. Op die manier willen zij alsnog de kans krijgen de betrouwbaarheid van La S. te toetsen. Mocht het Openbaar Ministerie geen been zien in de gevraagde strafvervolging, dan zullen Soerel c.s. een beklagprocedure bij het gerechtshof aanhangig maken om die vervolging alsnog gedaan te krijgen.
Het proces ligt enkele weken stil en wordt op 10 maart hervat. De rechtbank hoopt in december een vonnis te kunnen uitspreken.