Kroongetuige Peter la S. heeft volgens Jesse R. drugshandelaar Gerrie Betlehem doodgeschoten tijdens een poging hem te gijzelen.
Dit heeft Jesse R., een van de hoofverdachten in het Amsterdamse liquidatieproces Passage, onlangs tegen de politie verklaard. Volgens R. verzette Betlehem zich en wilde zich niet laten ketenen. Daarop ontstond een vechtpartij, waarna meermalen op Betlehem is geschoten. Het dodelijke schot is vermoedelijk gelost door Peter la S.
Eerder hebben twee anonieme getuigen al laten optekenen dat La S. naast de moord op drugshandelaar Kees Houtman nog een moord op zijn geweten heeft. Het ging om een man in een loods. La S. heeft deze verklaringen als 'onzin' van de hand gewezen.
Het lichaam van Gerrie Betlehem werd gevonden in het Amsterdam-Rijnkanaal, op 9 april 2002. De zaak-Betlehem maakt formeel geen deel uit van het enorme Passagedossier, maar kroongetuige La S. heeft er wel over verklaard. Een onderwereldconflict zou tot de gewelddadige dood van de 47-jarige Betlehem hebben geleid. La S. heeft verklaard dat hij niet weet wie Betlehem doodde, maar hij denkt dat het zijn gewezen vriend Jesse R. is.
Volgens Jesse R. zelf liggen de kaarten geheel anders: hijzelf, La S. en de later in Venezuela doodgeschoten drugshandelaar Richard Ebeli zouden een poging hebben ondernomen Betlehem te gijzelen om een oplossing van het conflict te forceren. Betlehem verzette zich en werd een aantal malen hard op het gezicht geslagen door La S., aldus R. Vervolgens zou Ebeli een eerste schot hebben gelost. Betlehem rende weg, om vervolgens tot driemaal toe beschoten te worden door Peter la S. R. hield zich naar eigen zeggen op een afstand van het geweld en heeft niet alles precies kunnen waarnemen. In zijn verklaring benadrukt R. dat er was afgesproken geen pistolen op zak te hebben.
R., die er tot dusver nagenoeg geheel het zwijgen toe heeft gedaan, heeft de verklaring op eigen verzoek afgelegd. De rechtbank zal haar donderdag bespreken.