Start van hoofdcontent

Politiek

nl

Minister bezoekt MC Slotervaart: 'Stapel stenen-uitspraak was ongelukkig'

6 november 2018, 13.06 uur · Aangepast 6 november 2018, 14.26 uur

Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) was dinsdagochtend in het failliete MC Slotervaart. Hij wilde de verhalen van medewerkers horen en ze bijpraten over de biedingen van geïnteresseerde partijen.

'Ik wilde graag spreken met alle mensen die dag in dag uit daar allemaal onder hoogspanning werken', zegt Bruins na zijn bezoek telefonisch tegen AT5'Om een arm om mensen heen te slaan, om samen te balen dat zo'n faillissement is ontstaan. Er zat heel veel emotie in. En tegelijkertijd is iedereen ook zo begaan met patiënten.'

Lees ook: Medewerkers MC Slotervaart boos op minister: 'Het liefst trek je hem uit z'n kantoor'

Volgens Bruins willen de medewerkers van MC Slotervaart heel graag weten hoe dit kon gebeuren, maar ook hoe het nu verder gaat. 'Er komen vandaag geïnteresseerde partijen met biedingen langs. Op dit moment komen die biedingen nog binnen', zegt Bruins. Dat proces moet 'supersnel' gebeuren, wil het ziekenhuis openblijven. 'Dat is een kwestie van dagen, het kan echt geen week of weken duren.'

'Hier moet lering uit worden getrokken. Ik begrijp heel goed de boosheid en ongerustheid. Dat is ook duidelijk naar voren gekomen vanochtend.'

Ongelukkige uitspraak
Medewerkers van MC Slotervaart waren eerder verbolgen omdat Bruins het ziekenhuis 'een stapel stenen' noemde. 'Eigenlijk is die uitspraak vanmorgen niet langskomen. Ik heb natuurlijk bedoeld te zeggen dat het gaat om zorg. Dat ik dát het belangrijkste vind en niet het gebouw waarin. Dat was niet een gelukkige uitspraak', zegt Bruins vandaag.

Lees ook: Honderden mensen protesteren tegen 'puinhoop' rond failliet MC Slotervaart

Bruins zegt dat hij zichzelf de komende weken regelmatig zal laten bijpraten over de situatie in het MC Slotervaart. Of hij niet eerder langs had moeten komen? 'Het leek mij goed om eerst bij de patiënten langs te gaan. Vorige week maandag ben ik daar geweest. Maar ik had er behoefte aan [om de medewerkers te spreken]. En ik wilde het ook niet in een half uurtje doen.'