Ruim 180 woningcorporaties dienen vandaag bezwaar in tegen de verhuurderheffing. De corporaties moeten de heffing afdragen ter vermindering van de nationale schuld, maar daar willen ze vanaf.
De heffing is 0,561 procent van de WOZ-waarde van elke huurwoning waarvan de huur niet hoger is dan 720 euro per maand. Volgens de corporaties betalen ze dit jaar daardoor samen in totaal 1,7 miljard euro, zij willen dat geld besteden aan nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming.
Lees ook: Rochdale: 'Groep van 150.000 Amsterdammers wacht acht jaar op sociale huurwoning'
'De verhuurderheffing staat ons in de weg om te doen waarvoor we opgericht zijn: betaalbare woningen voor iedereen', zegt Hester van Buren, bestuurder van Rochdale. 'Dat wij deze extra heffing moeten betalen en verhuurders van vrije sector huurwoningen niet, is op z’n minst merkwaardig.'
Volgens Van Buren is de heffing niet meer van deze tijd. 'Het was ooit een crisismaatregel, om in tijden van economische tegenslag de oploop van de staatsschuld af te remmen. Nu die crisis achter de rug is en de staatsschuld historisch laag, is de grond onder de verhuurderheffing weggevallen. Dat terwijl de noodzaak om te investeren in de woningmarkt steeds sterker is, omdat het woningtekort oploopt.'
Lees ook: Wethouder steunt 81-jarige 'topactivist', maar waarom worden sociale huurwoningen toch verkocht?
De woningcorporaties zeggen de reactie van de Belastingdienst en de betrokken ministers af te wachten.