Start van hoofdcontent

Cultuur

nl

Geen context bieden bij omstreden standbeelden: 'is ook het wegpoetsen van relaties met slavernij'

13 juni 2020, 20.57 uur · Aangepast 15 juni 2020, 10.16 uur · Door Redactie

De discussie over het openbaar eren van historische figuren die bloed aan hun handen hebben, is niet nieuw. Het is een regelmatig terugkerend thema, dat op dit moment opnieuw in de belangstelling staat.

Dat heeft te maken met de #BlackLivesMatter-protesten, maar ook omdat jongeren in het Verenigd Koninkrijk onlangs een beeld van de 17e eeuwse slavenhandelaar Edward Colston in het water dumpten.

Soortgelijke beelden hebben wij ook. In de tuin van het West-Indisch huis bijvoorbeeld. Vroeger was dat het hoofdkwartier van de West-Indische Compagnie. Noord-Amerika schonk het beeldje van Peter Stuyvesant om de goede relatie te benadrukken. 'Op het moment dat Stuyvesant de baas is van Curaçao, is het eiland een belangrijk schakelpunt in de trans-Atlantische slavenhandel', vertelt historicus Karwan Fatah-Black. 'Daarna is hij gouverneur van New York en probeert hij de slavenhandel te verleggen naar Noord-Amerika.' 

'Het neerzetten van zo'n beeld kan de indruk wekken dat iemand een held is. Het is meer het benadrukken van de relatie, maar daarmee ook het wegpoetsen van het feit dat die relatie was gebouwd op slavernij', zegt hij verder.

Quote

'We moeten de geschiedenis vanuit een andere hoek belichten'

leo balai, historicus

Het voorbeeld van het standbeeld van Stuyvesant staat niet op zichzelf. Op het Olympiaplein staat een beeld als eerbetoon aan generaal Van Heutsz, onthuld door Koningin Wilhelmina in 1935. De naam van dat beeld is al veranderd naar Monument Indië-Nederland. Van Heutsz werd gezien als militaire held omdat hij Atjeh in Indonesië veroverde, maar gaandeweg kreeg het monument steeds meer kritiek vanwege zijn bloedige daden op het eiland. 

Beelden van verzetsstrijders

Historicus Leo Balai, vindt dat de discussie anders gevoerd moet worden. Hij vindt dat ook vrijheidsstrijders uit de 17e en 18e eeuw een beeld zouden moeten krijgen. 'Dan kan je de geschiedenis vanuit een andere hoek belichten en kan je zien dat mensen voor hun vrijheid vochten in die gebieden, want die mensen worden niet genoemd.'

'Wat we nu laten zien is niet zomaar de geschiedenis, maar een specifieke kijk op de geschiedenis, en die is gewoon veranderd', vult Fatah-Black hem aan.