Start van hoofdcontent

AT5 onderzoekt

nl

Gemengd wonen starters en statushouders gaat meestal goed, maar begeleiding kan beter

25 juni 2022, 07.00 uur · Aangepast 17 juli 2022, 08.45 uur · Door Quirien Euwe & Nina de Groot

Bewoners van veel Amsterdamse complexen waar jongeren samenwonen met statushouders, zijn over het algemeen tevreden over hun woonervaring. Dat komt naar voren uit een onderzoek van AT5. "Ik had niet verwacht dat we zo'n fijne burencommunity zouden vormen", aldus één van de bewoners die we spraken. Maar niet overal gaat het goed, en er is volgens bewoners zeker ruimte voor verbetering, zoals betere hulp voor statushouders bij zware psychische klachten of oorlogstrauma's. 

In mei berichtte AT5 over Stek Oost, een complex vlakbij het Science Park waar statushouders en Nederlandse jongeren door elkaar heen wonen. De twee vrouwen die we toen spraken, vertelden ons dat ze zijn verhuisd vanwege de aanhoudende overlast van medebewoners. In het complex zijn meerdere meldingen gedaan van aanranding en geweld. Hierna meldt iemand zich bij AT5 met een vergelijkbaar verhaal. Reden om uit te zoeken hoe het gaat in de rest van de stad.  

Want Stek Oost is zeker niet het enige project waar Nederlandse jongeren samenwonen met statushouders. In 2016 verscheen met Startblok Riekerhaven het eerste dergelijke complex in de stad. Inmiddels zijn er 22 van dit soort projecten en er is er nog een aantal in aanbouw. Soms zijn ze groot, zoals Riekerhaven: daar wonen zo'n 280 statushouders en 280 Nederlandse jongeren. Andere complexen zijn juist heel klein: Stek Zuid in De Pijp heeft in totaal twaalf bewoners. In totaal wonen er nu meer dan 2.200 mensen in Amsterdam in zo'n gedeeld wooncomplex.

Enquête

We zetten een enquête uit bij de bewoners van deze complexen. Deze wordt ingevuld door 73 bewoners, vijftien van hen wonen in Stek Oost. Daar zijn de ervaringen negatief. Zij geven hun algehele woonplezier een 4/10. Verder is het niet wat ze ervan verwacht hadden (een 2 op de schaal van 10) en hun gevoel van veiligheid geven ze een 3. Maar ook bewoners van andere complexen vullen de enquête in, en daaruit lijkt naar voren te komen dat het op bijna al die andere plekken een heel stuk beter gaat.

Quote

"Ik had niet verwacht dat we zo'n fijne burencommunity zouden vormen"

Bewoner baak zuid

De 58 respondenten die in andere complexen wonen, geven hun woonplezier gemiddeld het cijfer 7. Aan hun verwachtingen is in zekere mate voldaan, met gemiddeld een 6. Ook hun gevoel van veiligheid geven ze een 6. Diyar is een van de vele bewoners die blij is met haar woonsituatie. Ze woont op de Papaverhoek in Noord, samen met acht Nederlandse jongeren en acht statushouders, ze geeft haar woonplezier het cijfer 10.

Betrokken bij je buren

"We hebben superleuk contact met buren", zegt Diyar. "We organiseren ook van alles samen. Ik vind het vooral heel leuk om te zien hoe iedereen elkaar helpt. Van als je een keer een ei nodig hebt, tot elkaar helpen met klussen en samen in de tuin werken. En we organiseren elke week een taalcafé om elkaar te helpen met de Nederlandse taal."

Jasper geeft zijn woonplezier het cijfer 8. Hij woont op Spark Village, net als Stek Oost in de buurt van het Science Park. Dit dorpje van containerwoningen huisvest 120 Nederlandse jongeren en 120 statushouders. "Het is open, het is groen. Er wordt gewoon heel veel gedaan. En het doel is dat je betrokken blijft bij je buren. Dat je iets samen doet, dat er een soort community ontstaat. Dat maakt het heel erg lekker wonen hier."

Quote

"Hier wonen maar zeventien bewoners. Je kent elkaar en de lijntjes zijn kort, je merkt dat dat echt heel erg scheelt"

Diyar Jassim, bewoner Papaverhoek

Ook veel andere respondenten zijn dus tevreden met hun woonsituatie. Zo zegt een bewoner van project Baak Zuid in de Rivierenbuurt: "Ik had niet verwacht dat we zo'n fijne burencommunity zouden vormen. Buren gaan goed met elkaar om en weten elkaar te vinden als iemand hulp nodig heeft."

Diyar woont dus in een van de kleinere complexen. Volgens haar draagt dat er mede aan bij dat het er fijn wonen is. "In veel van dit soort projecten wonen enorm veel jongeren samen met nieuwe Nederlanders, waardoor het wat onpersoonlijker wordt en je elkaar niet echt kent. Hier wonen maar zeventien bewoners, je kent elkaar en de lijntjes zijn kort. Je merkt dat dat echt heel erg scheelt."

Psychische klachten

Bij een groter complex als Spark Village lijken bewoners over het algemeen ook blij met hun omgeving. Een grote rol is daarbij weggelegd voor zogenoemde community builders, bewoners die zich inzetten voor een goede onderlinge band. Jasper was tot voor kort zelf ook community builder in Spark Village. "De community builder zorgt ervoor dat mensen ergens met hun ideeën terecht kunnen en dat we met de hele buurt dingen kunnen gaan doen", legt hij de werkwijze uit.

In de meeste gemengde wooncomplexen worden deze community builders ingezet. Toch is dat soms niet genoeg. Respondenten (van meerdere complexen) die overlast ervaren, zeggen dat dit in veel gevallen te maken heeft met psychische klachten bij medebewoners, die soms heftige oorlogstrauma's met zich meedragen. De Alliantie, een van de woningcorporaties die meerdere gemengde projecten heeft, herkent dat beeld.

"Wij zien dat er in de gemengde complexen gemiddeld iets vaker klachten zijn (overlast en een onveilig gevoel)", aldus De Alliantie. "Dat vinden we pijnlijk om te zien. Vaak is de overlast te herleiden tot een beperkt aantal bewoners, vaak met psychische problemen. Om bewoners met dergelijke problematiek hun leven weer op de rit te laten krijgen, is soms intensieve begeleiding of specialistische hulp nodig van diverse maatschappelijke organisaties."

Quote

"We hebben voorlichting gehad over hoe je moet omgaan met mensen met mentale, psychische problemen, maar dat is zo moeilijk"

Jasper den Duijf, bewoner Spark village

Maar in de praktijk blijkt dat die specialistische hulp vaak moeilijk te bieden is. Volgens sommige bewoners worden er te veel verantwoordelijkheden bij buren neergelegd. Zo laat een bewoner van Stek Oost weten: "We hebben een brief ontvangen van de corporatie waarin staat dat het mogelijk is om voorlichting te krijgen over hoe om te gaan met PTSS. Als ik social worker wilde worden, had ik dat wel gestudeerd."

Ook de community builders in Spark Village krijgen hier mee te maken, vertelt Jasper. "We hebben wel voorlichting gehad over hoe je moet omgaan met mensen met echte mentale, psychische problemen, maar dat is zo moeilijk. Sommige mensen hebben een taalbarrière, een drugsverleden en hebben psychische problemen. Die combinatie; daar kun je gewoon niet iemand meer voor vinden."

Diyar: "Zorg ook voor goed contact met instanties en hulp van buitenaf. En laat de Nederlandse jongeren die er wonen nou niet een vervanging zijn voor officiële zorg die mensen moeten krijgen, mocht er iets zijn. Want heel vaak gaat het gewoon goed en is het helemaal niet nodig."

Actievere rol voor gemeente

Corporatie Stadgenoot, opdrachtgever van onder meer Stek Oost, noemt zelf ook nog twee verbeterpunten. "Voor Stek Oost zien wij heel graag een andere verdeling; minder statushouders en meer reguliere jongeren (70/30 in plaats van 50/50). Maar dit is vooralsnog een bestuurlijke afspraak met de gemeente. Ook is sneller uitplaatsen bij incidenten, ingrijpen bij statushouders die niet geholpen willen worden, wenselijk." Hierover zegt Stadgenoot echter ook dat een actievere rol van de gemeente nodig is. De gemeente reageert bij monde van wethouder Rutger Groot Wassink als volgt:

Reactie wethouder Groot Wassink (Opvang Vluchtelingen)
In Amsterdam zijn 22 gemengde huisvestingslocaties waar jongeren en statushouders samen kunnen wonen, met als doel om de participatie en integratie van statushouders beter te laten verlopen. We zien dat dit op veel plekken goed gaat, maar dat er ook zaken anders kunnen. Daarnaast hebben er een aantal incidenten plaatsgevonden. We nemen dit zeer serieus, elk incident is er een te veel. Op dit moment bekijken we vanuit de gemeente hoe de afgelopen jaren zijn verlopen en op welke manier we de komende tijd zaken kunnen verbeteren. Ik zal de gemeenteraad hierover binnenkort verder informeren.” 

Naar aanleiding van het eerdere verhaal van AT5 over Stek Oost stelde de VVD raadsvragen over specifiek Stek Oost. Ook de antwoorden op deze vragen volgen nog. De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) laat weten de raadsbrief van Groot Wassink te willen afwachten alvorens met een reactie namens de verschillende  corporaties te komen.