Start van hoofdcontent

Stad

nl

Datacenters Amsterdam willen stroomverbruik drastisch terugdringen

20 januari 2020, 09.16 uur · Aangepast 20 januari 2020, 10.53 uur · Door Redactie

Datacenters en bedrijven in Amsterdam willen een grote slag maken in het terugdringen van stroomverbruik. Door samen te werken verwachten ze tot maximaal veertig procent minder energie te verbruiken in de komende drie jaar. 

Als dat percentage wordt gehaald, is dat een prestatie op zich. Elk jaar wordt er weer meer data gegenereerd, verstuurd en opgeslagen. Zelf verwachten de datacenters dat de vraag naar elektrische energie door verkeer van data, in 2030 zelfs is verdubbeld ten opzichte van nu. 

Eerder besloot de gemeente dat er voorlopig geen nieuwe datacenters bij mogen komen. Dit omdat de ruimte in Amsterdam schaars is. Maar ook wilde de gemeente dat datacenters een grotere bijdrage zouden leveren aan de duurzaamheid. 

Werk aan de winkel

Voor de datacenters is er behoorlijk wat werk aan de winkel. Een plan ligt al klaar. Eerst willen de datacenters en bedrijven daarom weten hoe efficiënt de servers nou precies zijn. Dan wordt gemeten in welke mate een server wel energie gebruikt, maar geen IT-werk verricht. 

Als de uitkomst daarvan bekend is, kunnen instellingen worden aangepast waardoor servers zo veel mogelijk in spaarstand gaan als ze geen werk verrichten. Dat lijkt een eenvoudige klus, maar is het niet. De datacenters willen niet dat het gevolgen heeft voor de presetaties van de servers. Uit al uitgevoerde onderzoeken blijkt dat dit kan. 

'Enorme stap'

'Het is een enorme duurzame stap voorwaarts', zegt Marjolein Bot, die namens het Amsterdam Economic Board initiatief neemt voor het project, waar ook bedrijven als Albert Heijn, Booking.com en de gemeente bij zijn betrokken.  Ze verwacht dat in ieder geval 20 procent energiebesparing moet kunnen worden gehaald. 

In Amsterdam zijn relatief veel datacenters gevestigd, met name in Sciencepark en rond Sloterdijk. Het energieverbruik van de gehele ICT-sector in Nederland stond in 2015 al gelijk aan het het verbruik van ruim 200.000 huishoudens.